Wie de kranten leest, komt de laatste tijd regelmatig artikelen tegen over de potentie van CO2. Kerosine, kunststof, kunstmest: alles kan gemaakt worden uit dit broeikasgas. Een aantrekkelijke gedachte. Maar is hij ook realistisch?
Wat zou het geweldig zijn: we vervuilen de wereld enkele eeuwen met uitlaatgassen en andere aardolie-troep en aan het eind van ons latijn blijkt – hosanna! – dat het afval waarmee we ons levensklimaat bedreigen, kan dienen als grondstof voor precies diezelfde stoffen die het probleem in eerste instantie hebben veroorzaakt. En die wij zo hard nodig denken te hebben. Dat is geen circulaire economie meer, dat is een wonder!
Maar is het waar? Kunnen vliegtuigen voortaan vliegen op het medium waar ze zich in bevinden? Het antwoord is tweeledig. Ja, in theorie kan het, maar nee, in de praktijk zijn er nog wel wat hindernissen. En die gaan vooral over kwantiteit.
Het is inderdaad mogelijk om brandstof – en zelfs polymeren – te maken uit CO2. Het probleem is echter om dat te doen in ‘meer dan homeopathische’ hoeveelheden.
Volgens de kenners moet je zeker niet beginnen met omgevingslucht.
De beste kans is om CO2-rijke uitlaatgassen af te vangen op plekken waar ze in grote hoeveelheden voorhanden zijn, er ter plekke iets nieuws van de maken, en dat, ook weer ter plekke, te gebruiken. Zodra je uitlaatgassen gaat transporteren, maak je namelijk al nieuwe uitlaatgassen. En dat is een moeizame weg.
Bijvoorbeeld: Tata Steel produceert in IJmuiden behoorlijk wat uitstoot. Tegelijkertijd verbranden tuinders in het honderd kilometer zuidelijker gelegen Westland aardgas om CO2 te winnen als voedsel voor hun planten (ja, echt). Dan zou je denken: breng de CO2 van Tata Steel naar het Westland (hoe? graaf je dan eerst een tunnel?) en laat het daar los in de kassen. Maar wat hebben de betrokkenen berekend: dat levert een rendement op van slechts 10%. Dat betekent dat je nog steeds 90% van de CO2 het universum in slingert. En volgens de Parijse klimaatdoelstellingen is dat veel te veel.
Dan polymeren. Die kunnen worden vervaardigd uit CO2, maar het kost een jaar of dertig om een chemische fabriek te bouwen die dat in marktconforme hoeveelheden kan. Dertig jaar! Dan moet je wel heel zeker zijn van je productieproces. En dat staat nu juist nog in de kinderschoenen…
De beste kans schijnt daarom op dit moment kunstmest te zijn. Dat kan redelijk gemakkelijk en zuinig worden gemaakt. De rest van onze CO2 kunnen we dan opslaan tot onze CO2-winningstechnieken volwassen zijn. En om dat proces te bespoedigen is één maatregel cruciaal: CO2-beprijzing. Want economische waarde is altijd nog de beste stimulans gebleken om nieuwe technologieën snel tot wasdom te brengen.
redacteur Engineersonline.nl