Voor het eerst is officieel melding gemaakt van een ongeluk met een autonome auto. In Californië is een Google-auto vlak bij Mountain View in Silicon Valley gebotst op een bus. Een inschattingsfoutje van de software, maar ook van de meerijdende ‘testpiloot’. Zowel de software als de menselijke chauffeur dachten dat een hen achteropkomende bus wel even voorrang zou geven, maar de buschauffeur zag dat anders. Gevolg: een verbogen bumper, een kapotte sensor, maar vooral een beschadigd ego van de software. Want volgens Google was het geen softwarefout, maar een ongelukkige beslissing. Google heeft de software na het ongeval direct aangepast: het pogramma weet nu dat bussen niet snel genegen zijn om voorrang te verlenen.
Zo’n autonome auto moet zich voortdurend aanpassen aan de verkeerssituatie, anticiperen op de consequenties van zijn beslissingen en op onverwachte acties van andere weggebruikers en vooral ook nog zorgen dat hij de passagiers op de gewenste bestemming aflevert. Dat hij daarbij af en toe een inschattingsfoutje maakt, lijkt onvermijdelijk. Mensen doen dat onophoudelijk.
Maar het ene inschattingsfoutje heeft kwalijker gevolgen dan het andere. In Silicon Valley vielen geen gewonden. Stel dat dat wel was gebeurd – of erger – wie kan er dan op worden aangesproken? Kun je software bestaffen voor roekeloos rijden? Vier maanden niet aan de laadpaal, waarvan twee voorwaardelijk?
Volgens futurologen is het probleem pas opgelost als het Internet der Dingen helemaal is uitgerold. Dan zou die bus ook een virtuele chauffeur hebben, en konden beide even snel via het web overleggen wie er voorrang zou krijgen. Maar ja, dan zit je ook nog met die andere – veel besproken en evenveel omstreden – toekomsttrend: dat kunstmatige intelligentie wordt uitgerust met emotie. Dan krijg je te maken met virtueel opgestoken vingers, of auto’s die juist expres gaan botsen.
Of zijn auto’s in die toekomst helemaal een achterhaald concept en wordt reizen een vituele gebeurtenis? Dan organiseert de software eens in de zoveel tijd een virtueel botsinkje, met eventueel daarna een uiterst kort virtueel verblijf in het ziekenhuis en wellicht een virtuele rechtszaak… Want we moeten het contact me de realiteit natuurlijk niet verliezen.
Henk de Vries