
Na een zoveelste onderzoek blijkt Nederland wederom laag in aantallen beta-studenten te scoren. In Japan is het nog slechter. Er schijnt weer wat hoop aan de horizon te gloren met groei in inschrijvingen, maar ik ben benieuwd hoe structureel Nederland (or Japan for that matter) technisch wil worden. Nederland en Japan, landen die aan de bakermat van de high-tech liggen.
Van een FHI-lidbedrijf begrijp ik, dat ze sterk aan het werven zijn onder veertigers, die hun technische studie tijdens hun carrière ingeruild hebben voor een managementrichting. Door herscholing krijgen zij deze mensen weer op het beta-pad. Het komt er in mijn ogen op neer, dat in die groep nog massa is te halen. Bij de opleidingen kiest de massa niet voor techniek.
Natuurlijk, we hebben dertig jaar promotie gehad en de brancheorganisaties willen ieder jaar het ‘jaar van techniek’ hebben. Als de FIFA kiest voor doellijn-technologie hebben ze toch vision en elektronica nodig. Als de social media en Google willen overleven zijn blokken aan datacenters met talloze chips onmisbaar. Kortom, de keuze van de maatschappij is voor techniek, maar als een individu een studie kiest is dat veelal niet in die richting.
High-tech multinationals gaan de juiste talenten in de wereldwijde vijver vinden. Dat doen financiële bedrijven in London en voetbalclubs op hun vlak net zo goed. Het is eerder de vraag waar de regio Nederland voor kiest en hoe dat zich vertaalt in bedrijvigheid van technologische MKB’ers. In juni organiseert FHI samen met de Kamer van Koophandel (Brabant) een startersdag. Ik hoop verrast te worden door een inspirerende hoeveelheid ondernemers.
Als mijn veronderstelling klopt, dat de keuze voor techniek zich uit in een regionaal bruisend geheel aan MKB’ers, dan gaan we het dan merken. Maar eerlijk gezegd hoop ik nu al overstelpt te worden door dat enthousiasme. Van begin tot einde en opnieuw kan gekozen worden voor techniek. LinkedIn, mail of tweets: laat dat enthousiasme merken.
Paul Petersen, FHI