
Op een verjaardagsfeest vroeg iemand mij eens naar mijn werk – en tot mijn verrassing was de reactie ‘elektronica, dat bestaat toch niet meer, dat zie je nergens meer’. En inderdaad, als je elektronica associeert met de slimme buurman die op zaterdagmiddag zijn soldeerpook op het fornuis heetstookte om er op miraculeuze wijze een versterkertje mee in elkaar te plakken, dan klopt het wel. Zulke buurmannen zijn er (bijna?) niet meer. Maar als je denkt dat iets wat je niet ziet ook niet bestaat, dan heb je wel een paar problemen. Op zijn minst dat je toch een beetje beter moet opletten. Want als je goed om je heen kijkt, zelfs in je broekzak of handtasje, dan zie je overal elektronica. Het bestaat meer dan ooit – en dat kun je over vijf jaar wéér zeggen.
Dat sommigen het niet zien, komt natuurlijk ook doordat elektronica steeds kleiner wordt. Was vroeger de transistor een ding met drie pootjes dat je met die pook nog wel op zijn plek kon solderem, tegenwoordig passen er meer dan een miljard op een duimnagel. Onzichtbaar geworden. En zulke onzichtbaarheid is hard nodig, willen we tenminste niet de hele dag ons mobieltje in een boodschappenkar achter ons aan hoeven te sleuren. Of voor het Internet of Things: in de ‘dingen’ moet de elektronica onzichtbaar en onmerkbaar worden opgenomen, zonder displays, zonder knoppen, zonder toetsenborden. Je schoen, je melkpak, je autosleutels – ze mogen best met het internet meedoen, maar ze moeten daardoor natuurlijk niet twee maal zo groot worden.
Zo’n dertig jaar geleden liet een Twents elektronicahoogleraar zich ontvallen dat het met de miniaturisering wel klaar was, kleiner hoefde echt niet meer. Daar zijn intussen toch maar weer vijftien generaties Moore overheen gegaan. En is nu het einde in zicht? Er is al sprake van transistoren van drie atoomlagen dik; halveren kan dan niet meer. Maar er dienen zich genoeg technologieën aan, bijvoorbeeld met elektronenspin of met fotonen, die op zijn minst suggereren dat het het voorlopig nog wel goed zit met die miniaturisering.
‘Kunnen chips en transistoren nog kleiner en sneller worden?’ is ook het onderwerp van een presentatie die professor Jurriaan Schmitz (een van de opvolgers van de zojuist aangehaalde hoogleraar) op 21 mei geef in het Science Café in Enschede. Het antwoord op zijn retorische vraag laat zich raden.
Toch hoorde ik hem op een eerdere editie van het seminar Tomorrow’s Electronics gekscherend zeggen dat het allemaal wel leuk en aardig was, die moleculaire transistor, maar hoe soldeer je een koperdraadje aan een molecuul? Toen dacht hij zeker ook nog eventjes aan die soldeerbout op het gasfornuis…
Tomorrow’s Electronics vindt dit jaar plaats tijdens de beurs Electronics & Automation (http://eabeurs.nl/)
Henk de Vries