Biobrandstoffen niet per se ‘gezonder’ dan gewone diesel

Onlangs heeft het tijdschrift ‘Atmospheric Environment’ een studie van TNO gepubliceerd waarin de uitstoot en toxiciteit van motoremissies bij gebruik van diverse fossiele en biobrandstoffen is onderzocht. TNO concludeert dat er voor efficiënte regelgeving omtrent fijn stof niet alleen naar de massa, maar ook naar de biologische reactiviteit van de uitlaatemissies van nieuwe brandstoffen gekeken moet worden. Het ontbreekt op dit moment echter aan uniforme testmethoden.

In onze (stedelijke) leefomgeving worden we blootgesteld aan hoge concentraties verkeersemissies. In het Europese beleid voor biobrandstoffen is gesteld dat in 2020 tien procent van de in het wegvervoer gebruikte conventionele brandstoffen vervangen moet zijn door duurzame brandstoffen. TNO deed een verkennend onderzoek naar de samenstelling en de gezondheidsaspecten van de uitlaatgassen van biobrandstoffen. Belangrijkste vraag: hoeveel ‘gezonder’ zijn deze uitlaatgassen eigenlijk ten opzicht van die van diesel? In het onderzoek is alleen naar (bio)diesel gekeken, niet naar benzines met bijgemengde biobrandstof.

Minder deeltjes niet hetzelfde als minder effecten

In de Power Train Test faciliteit van TNO in Helmond is onder gestandaardiseerde condities een vrachtwagenmotor getest. Er zijn drie verschillende brandstoffen getest, evenals de toepassing van een roetfilter. De uitlaatemissies zijn onderzocht op massa en op aantallen deeltjes én chemisch en biologisch gekarakteriseerd ten opzichte van diesel. Het bleek dat vervanging van diesel door biodiesel weliswaar resulteert in een sterke vermindering van meer dan 80 procent van massa en aantallen deeltjes per kubieke meter lucht, maar dat emissiedeeltjes van biodiesel potentieel meer celdood veroorzaken. Celdood is het proces waarbij cellen afsterven, bijvoorbeeld als gevolg van de aanwezigheid van giftige stoffen in die cellen. Bovendien zijn emissiedeeltjes van biodiesel en van puur plantaardige olie meer in staat erfelijke veranderingen (mutaties) te veroorzaken. Welke risico’s dat daadwerkelijk oplevert is uit het verkennende onderzoek nog niet af te leiden.

De bevindingen van TNO worden ondersteund door internationaal onderzoek. Zo constateerden Braziliaanse onderzoekers bij muizen die aan uitlaatemissies van biodiesel blootgesteld waren een verhoogde hartslag en bloeddruk. Ook waren de ontstekingsreacties die in het bloed werden gemeten sterker bij biodiesel dan bij gewone diesel.

Internationaal geharmoniseerde en geaccepteerde testmethodes nodig

Het TNO-onderzoek toont aan dat verlaging van de massa niet altijd een verlaging van het biologisch effect betekent en dat ten behoeve van regelgeving en eventuele filters van fijn stof ook deze biologische effecten in kaart gebracht moeten worden. TNO pleit samen met het RIVM, ondersteund door het ministerie van I&M, voor internationale harmonisatie en acceptatie van testmethodes alsook voor formulering van een richtlijn voor de interpretatie van de resultaten. Dit om uiteindelijk tot betere specificaties van nieuwe brandstoffen en motortechnologieën te komen. Het maatschappelijk belang daarvan is helder: niet alleen willen we blootgesteld worden aan minder emissies maar ook aan minder schadelijke emissies. Ook hier is meten weten.