Avans Hogeschool heeft toestemming gekregen van het ministerie van OCW voor de bekostiging van de master Material & Energy Transition. Deze nieuwe master die medio 2023 ter accreditatie wordt voorgelegd aan de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), belicht het thema duurzaamheid vanuit een technisch perspectief.
De master is de eerste van 7 nieuwe cross-sectorale masters die Avans vanaf 2025 wil aanbieden en die verbonden zijn aan de onderzoekszwaartepunten van de hogeschool. Hiermee richt Avans zich op de grote maatschappelijke uitdagingen en transitievraagstukken van de toekomst.
Han van Osch, programmamanager bij Avans Hogeschool: “Studenten zullen binnen deze master samenwerken met bedrijven en maatschappelijke organisaties om klimaatproblemen met technische oplossingen een halt toe te roepen. Zij doen dit door te kijken naar de laatste ontwikkelingen op materiaal- en energiegebied. Met een gedegen technische basiskennis en het vermogen vanuit een systematische benadering te werken, gaan zij de huidige processen en de manier van werken in positieve zin veranderen.” In de komende maanden wordt de master Material & Energy Transition samen met experts uit de beroepspraktijk verder ontwikkeld. Avans Hogeschool streeft ernaar om in september 2024 de eerste studenten voor deze master te ontvangen.
Steeds vaker vraagt de arbeidsmarkt naar hoogopgeleide professionals, die met een kritisch en onderzoekend vermogen bijdragen aan oplossingen voor complexe maatschappelijke vraagstukken. Om hierop in te spelen, zet Avans Hogeschool met een nieuw masteraanbod in op de doorwerking van onderzoek naar onderwijs en de beroepspraktijk. Hiermee kunnen masterstudenten direct bijdragen aan de kennisprogramma’s van de lectoraten en expertisecentra en krijgt de beroepspraktijk rechtstreeks toegang tot onderzoeksresultaten en gefundeerde kennis. Van Osch: “Als hogeschool willen we onze verantwoordelijkheid nemen in een wereld die steeds sneller verandert. Dit doen we door wendbare en flexibele professionals op te leiden die bijdragen aan een duurzame samenleving.”