Wie is verantwoordelijk voor de CE-markering bij onvoltooide machines?

In sommige gevallen leveren wij machines zonder besturing omdat de klant dit zelf of door anderen laat verzorgen. Wij hebben typeplaatjes met en zonder het CE-teken. In feite lijkt het mij dat we in dit geval de laatstgenoemde variant moeten gebruiken. Maar heeft het zin om dit aan te brengen aangezien de machine uiteindelijk toch als CE-waardig moet worden bestempeld door een andere partij?

Vraag 1a

Dienen wij bij een machine zonder besturing een typeplaatje met of zonder een CE-teken te plaatsen?
Een andere partij verzorgt de besturing van onze machine en zorgt er eigenlijk met zijn hard- en software voor dat onze motoren en aandrijvingen uiteindelijk gaan bewegen.

Vraag 1b

Dienen wij dan naderhand alsnog een plaatje met CE-teken toe te leveren/aan te brengen of dient de klant hier uiteindelijk zelf voor te zorgen? Het komt ook voor dat we een productielijn of een deel hiervan aan een klant leveren.

Vraag 2

Moeten we dan elke machine afzonderlijk voorzien van een typeplaatje, als wij niet verantwoordelijk zijn voor de totale CE-markering van de productielijn?

Antwoord op vraag 1a en 1b

Er wordt vaak gedacht dat zolang de machine geen besturing heeft deze toch niets kan produceren en dat er dan sprake is van een zogenaamde “niet voltooide machine”.

Onder de vorige Machinerichtlijn was er nog geen definitie van een ‘niet voltooide machine’, terwijl definitie g) in artikel 2 van de huidige Machinerichtlijn 2006/42/EG luidt:

Definitie g):
„niet voltooide machine”: een samenstel dat bijna een machine vormt maar dat niet zelfstandig een bepaalde toepassing kan realiseren.
Een aandrijfsysteem is een niet voltooide machine.
Een niet voltooide machine is slechts bedoeld om te worden ingebouwd in of te worden samengebouwd met een of meer andere machines of andere niet voltooide machine(s) of uitrusting, tot een machine waarop deze richtlijn van toepassing is;

Een sleutelrol bij het bepalen of er er sprake is van een niet voltooide machine of een voltooide machine is weggelegd voor het woord ‘bepaalde toepassing’. De actuele Nederlandse uitleg van de Machinerichtlijn is vastgelegd in het document ‘Gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG – 2 de uitgave – juni 2010’ en hierin wordt over ‘bepaalde toepassing’ het volgende geschreven:

Machines moeten bruikbaar zijn voor een bepaalde toepassing. Typische
machinetoepassingen zijn bijvoorbeeld de verwerking, behandeling of verpakking van
materialen of de verplaatsing van materialen, voorwerpen of personen.
 

U levert aan uw klant een machine die, als hij is voorzien van een correcte besturing, vast en zeker een ‘bepaalde toepassing’ zal realiseren. Als ik het goed begrijp zou u de machine, als deze door uw bedrijf zelf van een besturing werd voorzien, gewoon met een CE-markering aan de klant uitleveren.
Dergelijke voorbeelden zijn vaak aan de orde bij grotere gebruikers in de procesindustrie die meerdere machines aanschaffen en vanuit één en hetzelfde basic process control system (BPCS) willen aansturen. Denk bijvoorbeeld aan een zogenaamde ‘ruimerbrug’ of vijzelpers die wordt toegeleverd aan een rioolwaterzuivering.
Eigenlijk levert u de gebruiker een werkende machine voorzien van alle noodzakelijke aandrijfwerken, motoren en sensoren, die voorzien van uw eigen schakelkast met besturing, gewoon zijn bepaalde toepassing kan uitvoeren. U zult de gebruiker naar verwachting ook voorzien van tijdvolgorde-diagrammen en alle benodigde informatie om de correcte aansturing mogelijk te maken?!  Voor een dergelijke machine is in de huidige Machinerichtlijn onder a) tweede streepje een aparte definitie opgenomen.

Definitie a) tweede streepje:

— een samenstel als bedoeld onder het eerste streepje waaraan slechts de componenten voor de montage op de plaats van gebruik of voor de aansluiting op kracht-of aandrijfbronnen ontbreken;

Op basis van bovenstaande analyse zult u uw machine zonder besturing moeten uitleveren met een typeplaatje met CE-markering. U doet er verstandig aan wel een duidelijke bijlage bij de EG-Verklaring van overeenstemming mee te leveren waarin wordt vermeld onder welke veiligheidsvoorwaarden de CE-markering geldig is.

Antwoord op vraag 2

Er wordt vaak gedacht dat een machinebouwer die een machine levert die later wordt ingebouwd in een productielijn deze machine moet leveren zonder CE-markering. Deze gedachte komt voort uit de laatste regel van de definitie van ‘niet voltooide machine’:

Een niet voltooide machine is slechts bedoeld om te worden ingebouwd in of te worden samengebouwd met een of meer andere machines of andere niet voltooide machine(s) of uitrusting, tot een machine waarop deze richtlijn van toepassing is;

Als je dit leest dan zou je kunnen concluderen dat elke machine die wordt samengebouwd met een of meer machine om uiteindelijk een productielijn te vormen onder de noemer van ‘niet voltooide machine’ geleverd moet gaan worden. Dit is echter een foutieve gedachte omdat het bij een niet voltooide machine moet gaan om een machine die ‘niet zelfstandig’ zijn bepaalde toepassing kan vervullen. Daarmee wordt volgens de Nederlandse ‘Gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG – 2 de uitgave – juni 2010’ het volgende bedoeld:

Niet voltooide machines die vallen onder de machinerichtlijn, zijn producten die zijn
bestemd om machines te vormen waarop de machinerichtlijn van toepassing is.
"Een samenstel dat bijna een machine vormt" betekent dat een niet voltooide
machine een product is dat gelijkaardig is aan machines in de enge zin van artikel 1,
lid 1, onder a), dat wil zeggen een samenstel van onderling verbonden onderdelen of
componenten waarvan er ten minste één beweegt, maar dat enkele elementen mist
om de bepaalde toepassing ervan te kunnen uitvoeren. Niet voltooide machines
moeten daarom worden afgebouwd tot uiteindelijke machines die de bepaalde
toepassing ervan kunnen uitvoeren.
Deze afbouw betreft niet de montage van een aandrijfsysteem op een machine die
zonder aandrijfsysteem is geleverd waarbij het te monteren aandrijfsysteem is
beoordeeld in de overeenstemmingsbeoordeling van de fabrikant – zie §35:
toelichting bij artikel 2, onder a), eerste streepje – of de aansluiting op de plaats van
gebruik of op kracht- of aandrijfbronnen – zie §36: toelichting bij artikel 2, onder a),
tweede streepje. Niet voltooide machines moeten tevens worden onderscheiden van
machines die bestemd zijn voor montage op een vervoermiddel of in een gebouw of
bouwwerk – zie §37: toelichting bij artikel 2, onder a), derde streepje.
Machines die op zich de bepaalde toepassing ervan kunnen uitvoeren, maar alleen
de benodigde beveiligingsmiddelen of veiligheidscomponenten missen, worden niet
beschouwd als niet voltooide machines.

Als een machine door een eindgebruiker wordt aangeschaft om in een productielijn te worden opgenomen kan het zijn dat expliciet wordt geëist dat de machine aan de invoer- en uitvoerzijde niet wordt voorzien van de benodigde beveiligingsmiddelen. Dit omdat de machine toch strak tegen andere machines wordt aangezet.

Zoals duidelijk blijkt uit de hierboven genoemde uitleg dient de fabrikant de machine dus wel te voorzien van een typeplaatje met CE-markering. U doet er verstandig aan wel een duidelijke bijlage bij de EG-Verklaring van overeenstemming mee te leveren waarin wordt vermeld onder welke veiligheidsvoorwaarden de CE-markering geldig is.

Deze vraag is beantwoord door FUSACON B.V.