Mag ons bedrijf voor een hijskraan uit 1970 blijven terugvallen op de in het bouwjaar geldende NEN-normen of moeten we toetsen aan de laatste ‘stand van de techniek’?

Casus
Ons bedrijf heeft veel hijskranen in gebruik, die niet voorzien zijn van CE-markering, omdat ze gebouwd zijn voor 1-1-1995.
Onze Arbodienst geeft aan dat een hijskraan, die gebouwd is voor 1-1-1995 werd geacht deugdelijk te zijn, in de zin van de Arbowetgeving, als deze kraan was gebouwd volgens de kraanbouwnormen zoals genoemd in Beleidsregel 7.4-1 ‘Deugdelijkheid hijskranen’. Deze beleidsregel (zie het kader onderaan deze tekst) noemt nog de oude NEN-normen, maar is in het jaar 2011 komen te vervallen.
De oude NEN-normen zijn ondertussen vervangen door nieuwe NEN-EN normen, zoals de NEN-EN 15011 (brug en portaalkranen), NEN-EN 60204-32 (elektrische veiligheid kranen), NEN-EN 14492-2 (Takels met motoraandrijving), etc. Deze nieuwe NEN-EN normen zijn, volgens onze Arbodienst, productnormen bedoeld voor de bouwer van de hijsmachine (ontwerpnormen) en zijn niet van toepassing op de gebruiksfase van de hijsmachine.
Arbeidsmiddelen dienen gedurende hun volledige levensduur, mede door adequaat onderhoud, blijven te voldoen aan de relevante eisen van de ontwerp Wet- en regelgeving en ook de Arbowet. Het komt echter voor dat ons bedrijf niet weet volgens welke NEN-normen een kraan met een bouwjaar voor 1995 is gebouwd en is er geen constructiedossier beschikbaar en kunnen we ons niet wenden tot de fabrikant omdat die inmiddels niet meer bestaat.
Vraag
Mag ons bedrijf voor een hijskraan uit 1970, volgens de hiervoor genoemde beleidsregel, blijven terugvallen op de in het bouwjaar geldende NEN-normen of moeten we toetsen aan de laatste ‘stand van de techniek’, zoals weergegeven in de nieuwste productnormen?
Antwoord
Er zijn een aantal mogelijkheden:
1) Een kraan van voor 1-1-1995, die na ingebruikname ‘substantieel’ is gewijzigd:
De kraan dient opnieuw CE-gemarkeerd te worden door degene die de aanpassingen uitvoert of de eigenaar is. Daarbij dient de huidige stand der techniek, zoals vastgelegd in de actuele NEN-EN-normen) te worden gevolgd. Zie ook de volgende link: https://www.nlarbeidsinspectie.nl/onderwerpen/veilige-gereedschappen-machines-en-beschermingsmiddelen/documenten/richtlijnen/2022/05/23/werkinstructie-beoordelen-van-gewijzigde-machine
Handhaving van nieuwe CE-gemarkeerde machines vindt plaats door de Arbeidsinspectie op basis van het Warenwetbesluit Machines, zie de link: https://www.nlarbeidsinspectie.nl/publicaties/publicaties/2019/08/28/handhavingbeleid-productwetgeving-en-regelgeving
2) Een kraan van voor 1-1-1995 die niet gewijzigd is (of niet ‘substantieel’ gewijzigd): De kraan dient per 1-1-1997 te voldoen aan de Arbeidsmiddelenrichtlijn 2009/104/EG, die in Nederland is opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwet en vooral het Arbobesluit. Vooral hoofdstuk 7 geeft de wettelijk geldende technische eisen voor machines. Zie de link: https://wetten.overheid.nl/BWBR0008498/2025-02-01
De Arbeidsomstandighedenwet eist dat er regelmatig een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) wordt uitgevoerd om de risico’s gedurende het gebruik te inventariseren en evalueren. Bij deze RI&E wordt beoordeeld of de hijsmachine voldoet aan Bijlage I en Bijlage II van de geldende Arbeidsmiddelenrichtlijn (lees: Arbobesluit hoofdstuk 7). De aanpassingen die op een bestaande machine (<1995) uitgevoerd worden om aan de Arbowet te kunnen voldoen, dienen uitgevoerd te worden volgens de actuele stand der techniek, zoals vastgelegd in de geldende NEN-EN normen. Kortom: als er een veiligheidsmaatregel gekozen wordt, dient deze wel te voldoen aan de voor de machine geldende NEN-EN-norm(en).
Handhaving van deze (bestaande) machines vindt plaats door de Arbeidsinspectie op basis van de Arbowetgeving, zie de link: https://www.nlarbeidsinspectie.nl/onderwerpen/arbeidsomstandighedenwet/handhavingsbeleid-arbowet
Bovenstaand antwoord is afkomstig van FUSACON B.V. https://www.fusacon.nl/
Kader ‘Vervallen Beleidsregel 7.4-1. Deugdelijkheid hijskranen’
Beleidsregel 7.4-1. Deugdelijkheid hijskranen
Grondslag: Arbobesluit artikel 7.4.
Deze beleidsregel is niet van toepassing op hijswerktuigen aan boord van schepen, daarvoor gelden de bepalingen van internationale verdragen op het gebied van scheepvaart zoals van IMO-en ILO-verdragen (respectievelijk International Marine Organisation en International Labour Organisation).
Een hijskraan is een werktuig, ingericht en bestemd voor het hijsen en verplaatsen van vrijhangende lasten.
Hijskranen, die voor 1 januari 1995 voor de eerste maal in Nederland in gebruik genomen werden en die niet voorzien zijn van een CE-markering overeenkomstig het op de Warenwet gebaseerde Warenwetbesluit machines voldoen aan het gestelde in artikel 7.4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, indien de volgende NEN-normen in acht zijn genomen:
a. NEN 2017:1973 “Hijskranen. Algemene bepalingen”,
b. NEN 2018:1983 “Hijskranen. Belastingen en belastingcombinaties”, inclusief aanvulling A1 1988,
c. NEN 2019:1976 “Hijskranen. Het metalen geraamte”, inclusief aanvulling A1 1986,
d. NEN 2020:1994 “Hijskranen. De mechanische uitrusting” inclusief aanvulling A1 1997
e. NEN 2021:1994 “Hijskranen. De elektrische uitrusting”,
f. NEN 2022:1976 “Hijskranen. Stabiliteit (Veiligheid tegen kantelen)” inclusief correctieblad C2:1989,
g. NEN 2023:1994 “Hijskranen. Constructieve eisen in verband met de veiligheid”, inclusief correctieblad C1:1994,
h. NEN 2024:1973 “Hijskranen .Documenten, inbedrijfstelling, bedrijfsvoering en onderhoud”,
i. NEN 2026:1979 “Mobiele kranen. Algemene bepalingen Documenten, inbedrijfstelling, bedrijfsvoering en onderhoud”, inclusief aanvulling A1:1993,
j. NEN 2028:1982 “Hijskranen Automatische begrenzingsinrichtingen”, inclusief aanvulling A1:1990,
k. NEN 3508:1988 “Staalkabels, schijven en trommels voor hijs- en transport-doeleinden; Aanwijzingen voor keuze en ontwerp”.
Een werktuig dat niet primair ontworpen is als hijskraan, maar met enige aanpassing hijswerkzaamheden kan verrichten, zoals een grondverzetmachine of een vorkheftruck, dient, indien daarmee hijswerkzaamheden worden uitgevoerd, voor wat betreft het hijsgedeelte te voldoen aan artikel 7.4. Hiervan kan worden afgeweken indien de aard van de werkzaamheden dit toelaat en het veiligheidsniveau niet wordt verlaagd.