Vraag over bouwproductnorm

Op welke manier hebben machinebouwers te maken met de EN-1090 (eisen voor staal- en aluminiumconstructies)?

Er wordt de indruk gewekt dat machinebouwers iets met de EN-1090 zouden moeten doen volgens bijvoorbeeld de begeleidende tekst bij de presentatie (tijdens Safety Event 2014) over "Certificering van constructieve onderdelen volgens EN 1090-1, een update".  Het lijkt er een beetje op dat de norm tot "wet" verheven wordt. In de Verordening Bouwproducten liggen eisen vast waaraan fabrikanten van bouwproducten moeten voldoen. Om aan die eisen te voldoen kunnen ze gebruik maken van normen. In het "Official Journal" die bij de machinerichtlijn hoort is de EN 1090-1 niet geharmoniseerd. Vanuit de machinerichtlijn is er dus ook geen enkele reden om deze norm te gebruiken. Aan de andere kant gaat de "verordening bouwproducten" over producten voor de bouw en heeft deze verordening niets met machines te maken. Een machineframe voorzien van een CE-markering gaat in tegen de regels van de machinerichtlijn. Je mag op je machine slechts één CE-markering aanbrengen. De berekeningen / tests of andere zaken die met het frame te maken hebben moeten in het technisch dossier zijn opgeslagen. Kunt u mij laten weten waar in de machinerichtlijn staat dat je als machinebouwer de EN 1090-1 moet toepassen?  
 

Antwoord:  

Nergens. De EN 1090 wordt uitsluitend gehanteerd in het kader van de bouwproductenverordening. Echter de EN 1090 kan in bepaalde gevallen van toepassing zijn voor de (draag) constructie van een machine onder de machinerichtlijn. Een voorbeeld. De definitie van een bouwproduct in het kader van deze verordening is:
"bouwproduct: elk product of kit dat wordt vervaardigd en in de handel wordt gebracht om blijvend te worden verwerkt in bouwwerken of delen ervan, en waarvan de prestaties gevolgen hebben voor de prestaties van het bouwwerk met betrekking tot de fundamentele eisen voor bouwwerken; en 
 
"bouwwerken”: bouwkundige en civieltechnische werken N.B.: daar waar ‘bouwkundige en civieltechnische werken’ bewegen of kunnen bewegen (bruggen, keringen, sluizen e.d.) kan het zijn dat de Machinerichtlijn van geheel of gedeeltelijk van toepassing is.
Soms is het onduidelijk of een machine moet worden gerekend tot een ‘bouwwerk’ of dat uitsluitend de dragende constructie voor die machine tot bouwproduct moet worden gerekend. Een voorbeeld hiervan is een aangedreven bovenloopkraan in een fabriekshal, waarbij de kraan over een rails rijdt die hoog in het gebouw aan de gebouwstructuur is bevestigd. De kraanligger (bovenloopkraan) valt onder de machinerichtlijn (en ook de eindschakelaars). De rails op de draagconstructie en de draagconstructie alsmede de buffers/harde eindstops zelf zijn bouwproducten en vallen onder het toepassingsgebied van de EN 1090. De belastingen en de belastinggevallen worden met de Eurocode bepaald op basis van de gegevens van de fabrikant van de kraanligger. Er blijven grijze gebieden over wat betreft de definitie wat onder een bouwwerk conform de bouwproductenverordening moet worden verstaan. Door het permanente comité voor de Bouw (en/of het comité voor de Machinerichtlijn) zal dit in de toekomst nader worden bepaald. 
 
Beantwoord door Fusacon BV, Fusacon Functional Safety Consultants Nederland .