Vanuit de overheid krijg je een basispensioen, een AOW. Als engineer in loondienst bouw je vaak automatisch pensioen op. Vind je je opgebouwde pensioen te mager, of wil je voordat je de AOW-leeftijd bereikt al met pensioen? Dan kan je zelf sparen of beleggen voor je oude dag.

Wat de beste optie is, hangt van je persoonlijke voorkeur en financiële mogelijkheden af. We vertellen je daarom hoe het werkt en waar je rekening mee moet houden.
Pensioensparen: zo doe je het
Je pensioen bij elkaar sparen klinkt misschien simpel. Bij pensioensparen maak je maandelijks een bedrag over naar je spaarrekening, en voilà: zodra je met pensioen mag staat er een mooi bedrag op je te wachten.
Echter werkt een pensioenrekening iets anders. Dit is namelijk een gesloten rekening die vanaf de AOW-leeftijd een vast bedrag uitkeert. Dit is een toegankelijke keuze voor zowel medewerkers als zelfstandig ondernemers: iedereen kan het doen! Er zijn echter wel dingen waar je op moet letten als je hiervoor kiest:
- Termijnen: je bepaalt zelf de termijnen waarin je geld overmaakt naar je spaarrekening. Het is belangrijk om een realistisch maandbedrag te kiezen, waarmee je nog voldoende geld overhoudt voor je maandelijkse kosten en andere spaardoelen.
- Pensioenrekening: een pensioenrekening kan je helpen om met belastingvoordeel te sparen. Als je jaarruimte en/of reserveringsruimte (een ‘pensioengat’) hebt, kun je het bedrag dat je op de pensioenspaarrekening stort aftrekken van de belasting.
Voor- en nadelen van sparen
Zoals boven is benoemd, kan sparen voor je pensioen heel eenvoudig zijn. Een spaarrekening geeft je de zekerheid dat je bij je geld kunt, terwijl een pensioenrekening ervoor zorgt dat dit geld vast blijft staan tot je met pensioen gaat.
Het rendement is daarnaast relatief laag en je moet vanaf een bepaald bedrag ook vermogensbelasting betalen. Dit is in 2025 het geval als er meer dan € 57.684 op je spaarrekening staat. Dit geldt alleen voor een spaarrekening: bij een pensioenrekening betaal je dus geen vermogensbelasting.
Beleggen voor je pensioen: hoe werkt het?
Veel mensen kiezen voor pensioenbeleggen om zelf een aanvullend pensioen op te bouwen. Bijvoorbeeld omdat ze het pensioen dat wordt opgebouwd via de werkgever en de AOW onvoldoende vinden om later comfortabel van te kunnen leven.
Je kunt beleggen in aandelen, obligaties, beleggingsfondsen of vastgoed. Dit kan vaak meer opleveren dan ‘gewoon’ sparen of pensioensparen. Wel zit hier een risico aan vast: je kunt namelijk (een deel van) je inleg verliezen. Daarnaast geldt bij ‘normaal beleggen’ hetzelfde als bij sparen: in 2025 betaal je bij een vermogen hoger dan € 57.684 vermogensbelasting (€ 115.368 met een fiscaal partner). Bij pensioenbeleggen zit dit anders.
Je belegt namelijk met belastingvoordeel, door je geld in te leggen op een bankspaarrekening. Dit is een speciale rekening waarop je belegt voor je pensioen. Je inleg is afhankelijk van je jaarruimte en/of reserveringsruimte: dit is het bedrag dat je zonder aanvullende belasting mag storten.
Het geld dat je inlegt op je bankspaarrekening staat vast. Vanaf je pensioen kun je het geld dat je hebt opgebouwd periodiek laten uitkeren. Over deze uitkeringen betaal je wel belasting.
Een blik op de toekomst
Hoe eerder je begint met voorbereidingen voor je pensioen, hoe groter de kans dat je op de pensioenleeftijd het gewenste bedrag bij elkaar hebt gespaard. Door te kijken wat het beste bij jouw persoonlijke situatie past en advies in te winnen bij professionals, bereid je je zo goed mogelijk voor op de toekomst.