Risico’s van ledlampen met tekortkomingen

De samenwerkende Nederlandse inspectiediensten onderzochten eerder dit jaar 35 monsters van ledlampen die in ons land verkrijgbaar zijn. Een groot aantal daarvan bleek op meer dan één punt niet te voldoen aan de (norm)eisen die voor deze producten worden gehanteerd. Vooral de verbinding van bedrading aan de kant van de netspanning met het printplaatje blijkt vaak onvoldoende betrouwbaar. Ook wordt soms niet voldaan aan de eis van voldoende kruip- en luchtwegen tussen de netspanningsbedrading en falen enkele lampen in een hoogspanningsbeproeving van het isolatiesysteem tussen netspanning en aanraakbare delen. Aan het Bureau Risicobeoordeling en Onderzoeksprogrammering (BuRO) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is gevraagd wat de geconstateerdegebreken betekenen voor de consument en in hoeverre ze een risico opleveren.

Het BuRO beschrijft zijn bevindindingen in een rapport aan de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. In dit rapport worden de risico’s zo objectief mogelijk bepaald, op basis van het onderzoek, beoordeling en intern overleg.

Netspanningsbedrading

Een onvoldoende betrouwbare verbinding is er als de bedrading aan de kant van de netspanning alleen met soldeer op de printplaat is bevestigd. Voor een goede borging moet de draad bijvoorbeeld door een gaatje in de printplaat worden gevoerd en dan worden vastgesoldeerd. Tijdens de levensduur van het product kan zo’n onvoldoende geborgde draad losraken door veroudering van de soldeerverbinding, bijvoorbeeld als gevolg van temperatuurverschillen. Dit kan weer leiden tot een te kleine afstand tussen de netspnningsbedrading. Deze situatie kan ook optreden als de bedrading wel goed is bevestigd, maar op onvoldoende onderlinge afstand. Daarnaast is het ook mogelijk dat de slechte verbinding niet helemaal los komt, maar wel een slechter contact maakt zodat een hogere weerstand ontstaat.

De te kleine afstand kan verschillende gevolgen hebben:

  • kortsluiting tussen de fase en de nulgeleider: de lamp gaat uit en in de meterkast schakelt een zekering uit;
  • als de fase en nulgeleider elkaar niet helemaal raken kunnen een vlamboog, steekvlam of vonken ontstaan. Dat leidt tot oververhitting van de lamp. Ook een hoge weerstand kan tot oververhitting leiden. Als de lamp dan uitgaat en iemand hem snel wil verwisselen kan deze persoon brandwonden aan de handen oplopen. Als de oververhitting lang duurt kan brand ontstaan (als er textielproducten zoals gordijnen in de buurt zijn) en kunnen giftige gassen vrijkomen.

Hoogspanningsbeproeving

Als een lamp niet voldoet aan de hoogspanningsbeproeving van het isolatiesysteem  tussen de netspanning en de aanraakbare zijde, is de isolatie naar de buitenkant van de lamp onvoldoende betrouwbaar. Het is denkbaar dat gedurende de levensduur van de lamp door spanningspieken op het net het isolatiesysteem van de lamp doorslaat. Er zijn dan aan de buitenkant van de lamp aanraakbare delen die ondr netspanning staan. Bij het verwisselen van de lamp kunnen deze delen worden aangeraakt.

Scenario’s

Op basis van deze overwegingn zijn vier risicoscenario’s opgesteld:

Tijdens de levensduur van de lamp laat een onvoldoende betrouwbare verbinding (gedeeltelijk) los. De bedrading aan de netspanningskant komt te dicht bij elkaar of de weerstand wordt groot. In de lamp onstaan vonken of oververhitting.

  • 1. Een gebruiker raakt zo’n oververhitte lamp aan en krijgt tweedegraads brandwonden aan zijn hand.
  • 2. Een brand verspreidt zich in het huis, waarbij een of meer slachtoffers vallen.

Tijdens de levensduur van de lamp slaat het isolatiesysteem door. De gebruiker wil de lamp vervangen en raakt het onder netspanning staande deel aan.

  • 3. Hij krijgt een elektrische schok en overlijdt hierdoor.
  • 4. De gebruiker is niet elektrisch geïsoleerd en krijgt een elektrische schok met als gevolg lokaal letsel (spierkramp of tijdelijke verlamming)

De kans dat deze scenario’s daadwerkelijk optreden, hangt af van verschillende factoren. Zo zal bijvoorbeeld niet iedere lamp die niet voldoet aan de eisen ook echt oververhit raken of doorslaan.

Alles overwegend schat BuRO de kans voor scenario’s 1 en 2 gelijk: de kans hierop is zo klein, dat er sprake is van een laag risico. De kans op scenario 1 ligt in de orde van 1 op 1 miljoen en gezien et letselniveau is het risico laag. de kans op scenario 2 is veel lager dan 1 op 1 miljoen en ondanks de ernst van het letsel is ook hier het risico laag.

Bij scenario 3 liepen de schattingen van de deskundigen uiteen: het risico varieerde van ‘ernstig’ tot ‘laag’. De kans op het doorslaan van de isolatie werd door twee risicobeoordelaars heel laag geschat en door een derde vrij hoog. De kans op overlijden na een elektrische schok werd vrij hoog ingeschat. Ook voor scenario 4 waren de verschillen tussen de beoordelaars aanzienlijk. .

Na het inwinnen van extra informatie concludeert BuRO dat de kans op doorlsaan van de isolatie vrij groot is als de lamp de test niet doorstaat. Maar de gebruiker zal dan nog niet altijd de onder spanning staande delen aanraken. Ook als dat wel gebeurt zal de kans op letsel, laat staan overlijden, gering zijn. Alles bij elkaar genomen is de kans voor scenario 3 in de orde van 1 op 1 miljoen en voor scenario 4 is dat 1 op 10 000. Bij beide scenario’s is er sprake van een ‘gemiddeld risico’.

Conclusie is dat de geconstateerde afwijkingen van de norm ernstige gevolgen kunnen hebben, maar alleen onder bepaalde ongunstige omstandigheden.

Advies

BuRO adviseert de inspecteur- generaal dat de producenten en importeurs wordt gewezen op hun verantwoordelijkheid. Ook zou het onderzoek aan ledlampen over enige tijd moeten worden herhaald, om te zien of de kwaliteit verbetert.

Voor consumenten is het risico dermate beperkt dat zij de ledlampen kunnen blijven gebruiken, ook als het een type is met tekortkomingen. Verdere risicobeperking is misschien mogelijk door consumenten te wijzen op algemene maatregelen: houdt alle lampen die heet kunnen worden uit de buurt van textiel en zorg bij het verwisselen van een lamp ervoor dat de netspanning naar het armatuur is uitgeschakeld (door zo mogelijk de stekker er uit te halen en eventueel via de schakelaar in de meterkast).

Welke lampen zijn onderzocht?

In het kader van de Wet Openbaarheid van Bestuur is door de staatssecretaris van Economische Zaken besloten om alle onderzoeksgegevens, inclusief naam en typenummer van de geteste producten, te publiceren. Voorafgaand aan publicatie zijn alle belanghbbenden in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van het voornemen van openbaarmaking en daar hun zienswijze op te geven. Ondanks bezwaren van een aantal belanghebbende ondernemers beschouwt de staatssecretaris publicatie niet als ‘onevenredig benadelend’.

Download de factsheet ‘Ledlampen voor huishoudelijk gebruik’

Bron: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit