Live Production Integration Line toont productieflow elektronica-assemblage

Opnieuw is voor Electronics & Automation een beursgadget ontwikkeld, de Helios, een Arduino-compatibele schakeling met WiFi die onder meer licht en temperatuur meet. Bij het project zijn zo’n vijftig bedrijven betrokken die elk met de gadget willen laten zien wat ze in huis hebben op het gebied van componenten, testen en productie

Om de complete productieflow van een assemblagebedrijf inzichtelijk te maken, wordt de Helios live geproduceerd op een paviljoen centraal in de beurshal. Deze Live Production Integration Line moet deelnemers de mogelijkheid bieden om – geïntegreerd – producten en diensten te tonen die zich stand alone maar moeizaam laten demonstreren. De keuze voor het te produceren product viel in september vorig jaar en de eerste bijeenkomsten van mogelijke deelnemers startten diezelfde maand. In december werd het definitieve ontwerp vastgesteld en konden de componentsponsors zich melden. Inschrijving van de in te brengen machines geschiedde in volgorde van aanmelding. Elke deelnemer had de mogelijkheid één unit te plaatsen in de productielijn. De gegadigden gaven daarvoor prioriteiten 1, 2 en 3 aan in een lijst met de benodigde technologieën. De deelnemers verlenen gedurende de gehele uitvoering van het project hun medewerking. Daaronder valt ook het ter beschikking stellen van gekwalificeerd personeel tijdens de opbouwperiode van de beurs.

Bijltje gehakt

Ton van Galen heeft vaker met het bijltje gehakt. Zijn eerste Live Production Integration Line bouwde hij al in 2001. In dat jaar liep op de Electronics & Automation nog een ‘echt’ product van de band – voor een klant. Dat beperkte de demonstratiemogelijkheden enigszins, want er waren extra maatregelen nodig om te voorkomen dat de beursbezoeker het productieproces zou verstoren. De opstelling was daarop aangepast, de machines stonden – naar binnen gericht – op een ESD-veilige vloer en de bezoeker kon slechts eens per half uur naar binnen, onder voorwaarde dat hij zich in een ESD-veilige jas hees. "Driekwart van de mensen vond dat te veel gedoe en liep door", herinnert Van Galen zich. "Dus voor de volgende editie van de Live Production Integration Line draaiden we de machines om: wel weer opgesteld in een u-vorm, maar naar buiten gericht langs het extra ruim gehouden gangpad. En direct daaromheen de stands van de deelnemende exposanten. Dat bood veel voordelen, en zo is het gebleven."

"Mijn werk begint doorgaans in november in het jaar voorafgaand aan de beurs", vertelt Van Galen. "Dan maak ik, samen met de FHI als organisator van de beurs, alle afspraken om te zorgen dat iedereen zijn inbreng tijdig levert. Anders kunnen we niet op tijd met de preproductie beginnen. Bovendien zijn voor het testen op de beurs ook fixtures nodig die vooraf moeten worden gemaakt. Dat alleen al kost vier weken."

Hoofdbrekens

Het integreren van zo veel verschillende machines tot een vloeiende productielijn kost Van Galen elke keer weer de nodige hoofdbrekens. In de begintijd kon hij nog niet profiteren van de SMEMA-standaarden die tegenwoordig de interfacing verregaand vergemakkelijken. Op het gebied van elektrische aansluitingen en hoogteverstellingen is het leed wel geleden, maar een handicap blijft de beschikbaarheid van bepaalde functies in de keten. Zo is het deze editie lang zoeken geweest naar een bepaalde inverter die de print moet omkeren om de batterijhouder te kunnen plaatsen. 

Voor de beurzen Het Instrument en Electronics & Automation wordt altijd eerst de te produceren gadget ontwikkeld, pas daarna komt de samenstelling van de productielijn aan de orde. De lijn bepaalt dus nooit hoe de gadget in elkaar steekt. "Uiteraard moet het product wel maakbaar zijn", beaamt Van Galen, "en deze keer is de complexiteit wel een restrictie. De gadget bevat meer dan 250 onderdelen. Het plaatsen van de componenten neemt zo veel tijd, dat we op de beurs zelf niet meer dan 500 van de 2000 gadgets kunnen maken."

Knap staaltje

Alle machines zijn geleverd door exposanten. "Alleen een leverancier van de transportstukken tussen de machines liet lang op zich wachten", vertelt Van Galen. "De enige die ze kon leveren, had ook al machines in de lijn staan. Op dit moment missen we nog een specifieke inverter. Als die er niet komt, zetten we er een handplaatststation tussen."

Electronics & Automation valt een dag vroeger in de week dan gebruikelijk. Voor Van Galen betekent dat een dag minder om te testen: "Ook al een reden om niet met exclusieve productiemethoden te beginnen. Er waren wel voorstellen voor een cleanroom-omgeving en om misschien te gaan wire-bonden. Maar dat vergt zo veel extra voorbereiding. Het instellen van een standaard productielijn vraagt doorgaans al een maand. Dat we dat hier in twee, drie dagen doen, is dus een knap staaltje."

Tijdens het seminar ‘Hoe ver reikt de invloed van de ontwikkelaar?’ wordt het gadgetproject als praktijkvoorbeeld gebruikt. Ali van Gorkum van KITT Engineering geeft dan een toelichting op het proces en de keuzes die zijn gemaakt.

André Weigand