Is een akoestisch en optisch systeem noodzakelijk bij een bewegende brug?

Wij willen een bewegende brug veilig maken volgens de Machinerichtlijn. Er komt hooguit een onderhoudsmedewerker in de buurt van de bewegende delen van de brug. Is een akoestisch en optisch systeem dan toch noodzakelijk bij een bewegende brug?

Antwoord:

De Machinerichtlijn zegt inderdaad over de bewegende delen die zonder toezicht kunnen gaan draaien het volgende:

MRL par. 1.2.2. Bedieningsorganen
De machine moet zijn voorzien van signalerings- en aanwijsinrichtingen die noodzakelijk zijn voor een veilige werking. De bediener moet deze signalen en aanwijzingen vanaf de bedieningspost kunnen waarnemen.

Wanneer geen van deze mogelijkheden kan worden toegepast, moet voor het inschakelen van de machine een geluids- en/of lichtsignaal worden gegeven. Blootgestelde personen moeten voldoende tijd hebben om de gevarenzone te verlaten of het inschakelen van de machine te verhinderen.

Indien de machine is uitgerust met alarminrichtingen, moeten de signalen ondubbelzinnig zijn en gemakkelijk kunnen worden opgemerkt. De bediener moet mogelijkheden hebben om te controleren of deze alarminrichtingen te allen tijde goed werken.

MRL par. 4.1.2.6 Beheersing van de bewegingen
De inrichtingen voor het beheersen van de bewegingen moeten zodanig werken dat de machine waarop zij zijn aangebracht veilig blijft.
a) De machine moet zodanig zijn ontworpen, gebouwd of uitgerust met inrichtingen dat de amplitude van de bewegingen van haar componenten binnen de daarvoor vastgestelde grenzen blijft. Een waarschuwingssignaal moet in voorkomend geval aankondigen dat die inrichtingen in werking treden.

Daarnaast is er nog de bruggennorm NEN 6787 die het volgende eist:

NEN 6787 par. 7.2.3

Voor de start van elke brugbeweging moet minimaal een akoestisch signaal worden gegeven in overeenstemming met NEN-EN 457. [Deze is vervallen en vervangen door EN-ISO 7731 en EN 981].Hierbij moet rekening worden gehouden met de afmetingen van de brug. Het signaal moet hoorbaar zijn in alle voor gebruikers toegankelijke ruimtes, inclusief kelders. De tijdsduur van het signaal moet zijn afgestemd op de tijd die nodig is voor evacuatie uit de gevaarlijke zones. De reikwijdte van het signaal moet zijn afgestemd op de grootte en de locatie van de gevaarlijke zones.

Indien dat voor de veiligheid noodzakelijk is, moet het signaal vergezeld gaan van een visueel signaal. Bij de sterkte van de signalen moet rekening zijn gehouden met de lokale omgevingscondities (achtergrondgeluid, verlichting, windcondities enz.).

Indien het deelproces ‘brug openen’ of ‘brug sluiten’ bestaat uit meer bewegingen van individuele mechanismen wordt aanbevolen dat bij elk mechanisme lokaal een waarschuwingssignaal wordt gegeven voor de beweging.

Een storing in het bedieningsproces van de brug die een onveilige situatie kan opleveren, moet op de bedieningsplaats worden gesignaleerd met een akoestisch signaal. Aanvullend kan een visueel signaal gegeven worden.

Bij bruggen met grote afmetingen moet rekening worden gehouden dat ter plaatse van de brugeinden de signalen minder goed hoorbaar zijn en het geluid van de aandrijving ook niet hoorbaar is. Het wordt aanbevolen om bij het naderen van de brug bij zijn eindpositie (bij knelzones) lokaal een signaal te geven ter herinnering dat de brug zijn opleggingen nadert.

Kortom, dit wordt inderdaad geëist en dat is logisch ook want de personen die juist in gevarenzones komen zijn de onderhoudsmedewerkers.

Deze vraag is beantwoord door Fusacon BV