Integreren handlingrobot en machine, welke eisen zijn er voor de CE-markering?

Wat moeten wij als producent van een elektronenmicroscoop met een geïntegreerde robot doen om een CE-verklaring voor het geheel uit te geven?

Voor de transfer van samples naar onze elektronenmicroscoop willen we nu voor het eerst gebruik maken een robot. Tot nu toe werd de transfer handmatig gedaan. Een beoogde robot is een industriële robot van Kuka, waarvan Kuka verklaart dat de robot ‘human safe’ is. Dat bij de lichtste aanraking van de robot, deze naar de ‘safe’ mode gaat. De safety functie van de robot is category 3 met PLd. De robot wordt gezien als een ‘niet voltooide machine’ en heeft een declaration of incorporation of inbouwverklaring.
 

Vragen

  1. Wat moeten wij als producent van de complete microscoop met de geïntegreerde robot doen om een CE-verklaring voor de gehele microscoop uit te geven? En dan specifiek voor de integratie van de robot.
  2. Moeten we toch opnieuw een risicoanalyse maken van de robotfunctie?
  3. Moeten we misschien toch extra interlocks/covers installeren, hoewel de robot ‘human safe’ is?
  4. Kuka vermeldt dat het performance level PLd is. Is dit acceptabel of moet dit getest worden door een geaccrediteerd bedrijf? Is het voldoende voor de technical file (Technisch Dossier) van de gehele microscoop?
  5. Wij verkopen onze systemen wereldwijd. Welke extra eisen zijn er voor Amerika m.b.t een geïntegreerde (co)robot?

Antwoorden 

U stelt een aantal vragen over de toepassing van een handlingrobot bij uw machines, waarvoor de volgende antwoorden zijn geformuleerd:
 
Ad. 1: Een integrator van een handlingrobot met productiemachine heeft natuurlijk te maken met het fenomeen ‘samenstellen van machines’ en de noodzaak om over het geheel een nieuwe CE-markering af te geven. Er is voor de integratie van een industriële robot in een groter geheel een specifieke C-norm gemaakt, te weten: NEN-EN-ISO 10218-2:2011; Robots en robot apparatuur – Veiligheidseisen voor industriële robots – Deel 2: Robot systemen en integratie. Deze norm beschrijft de zaken die een integrator moet uitvoeren om de robot veilig te integreren.
Ad. 2: Omdat de leverancier van de robot een Inbouwverklaring (IIB) heeft afgegeven geeft hij aan dat de robot nog niet af is en de partij die hem in- en/of afbouwt in het groter geheel verantwoordelijk is voor de veiligheid. Met andere woorden: ja, uw bedrijf zal nog een risicobeoordeling moeten maken van de robot en zijn functioneren in het groter geheel. Na uitvoering van alle werkzaamheden die horen bij het CE-proces van een machine dient uw bedrijf op het totaal een machineplaatje met CE-markering aan te brengen.
Ad. 3: U praat over een human safe robot en dan zou de conclusie kunnen zijn dat het gaat om een COBOT en dan geldt tevens de technische specificatie: ISO/TS 15066:2016 en – Robots and robotic devices – Collaborative robots. Het antwoord op de vraag of u ondanks toepassing van een COBOT nog afschermingen en/of beveiligingen moet toepassen hangt af van de gevaren en risico’s bij uw applicatie. Een risicobeoordeling moet uitwijzen of dit noodzakelijk is.
Ad. 4: Alleen het noemen van een PL-level (PLd) is niet voldoende voor een fabrikant van een niet voltooide machine (IIB) met een geïntegreerde veiligheidsfunctie. De fabrikant moet aan alle bepalingen van de norm EN-ISO 13849-1 hoofdstuk 11 voldoen, waarin geschreven staat welke informatie ter beschikking moet worden gesteld aan de gebruiker. 
Ad. 5: Voor Noord-Amerika is de norm ANSI RIA R15.06 voor Industrial Robots and Robot Systems en de RIA TR15.606-2016 Collaborative Robots van toepassing.

Meer informatie over de afzet van producten aan de Noord-Amerikaanse markt:

Bovenstaand antwoord is afkomstig van FUSACON B.V.