Human capital agenda speerpunt in E-Future Arena

De human capital agenda voor de sector elektrotechniek is een van de thema’s in de E-Future Arena op de vakbeurs Elektrotechniek, van 30 september tot en met 4 oktober in de Jaarbeurs Utrecht. Niet alleen de elektrotechnische bedrijven hebben in de toekomst veel meer technisch geschoolde medewerkers nodig. Willen belangrijke transities waar we in Nederland voor staan, zoals e-mobility, een kans van slagen hebben, dan moet het aantal elektrotechnisch opgeleide mensen toenemen, van MBO tot en met universitair niveau.

Jentje Bootsma, manager education bij de elektrotechnische handelsorganisatie Cito Benelux, zou in Utrecht het liefst samen met het onderwijs een aparte hal inrichten waar de totale branche laat zien hoe interessant elektrotechniek is. Dat achter alles wat we vandaag de dag zo vanzelfsprekend vinden, van smartphone tot en met elektrische auto, techniek schuil gaat. "Daarmee zouden we niet alleen jongeren die al een technische studie volgen moeten prikkelen, maar een veel bredere doelgroep moeten raken."

Grote veranderingen

Het probleem van te weinig technici los je niet zomaar op en de komende jaren heeft de branche veel nieuwe medewerkers nodig. Niet alleen om de uitstroom van de babyboomers op te vangen. Ook omdat Nederland voor grote veranderingen staat. Denk aan de opkomst van elektrisch rijden. Of de overschakeling naar meer wind- en zonne-energie. De bouw van slimme elektriciteitsnetten zodat we de hernieuwbare energie efficiënter gebruiken. Achter de cloudoplossingen die we met onze smartphones gebruiken, gaan datacentra schuil die op hun beurt enorme hoeveelheden energie verbruiken. Ook dat is de wereld van elektrotechniek. En wat te denken van de machine-industrie waar informatietechnologie doordringt in machines en installaties? Al deze megatrends vragen om elektrotechniek.

E-Future Arena

Dat is precies de reden waarom brancheorganisatie Fedet en VNU Exhibitions het onderwerp human capital agenda in de E-Future Arena aandacht geven. Het gaat allereerst om een grotere instroom van jongeren. "Gelukkig begint de wereld om ons heen dit te erkennen", constateert Hans Segers, directeur van KWX. Voor het eerst sinds jaren hebben zich dit jaar meer jongeren ingeschreven voor een technische HBO- en universitaire studie.
Segers ziet dit als een overwinning voor de volhardendheid waarmee de sector de voorbije jaren aandacht vraagt voor techniek als baanzekere en boeiende sector. Er ligt een enorm potentieel voor de hele groep van monteur tot engineer. "De banen in onze sector die niet bouw gerelateerd zijn, zijn grotendeels overeind gebleven in de crisis." De toegenomen interesse voor technische studies is te danken aan de lobbycampagnes en wellicht voor een deel aan de crisis. Jongeren en vooral hun ouders zien dat de industrie nog steeds werkgelegenheid biedt.

Spagaat stageplekken

Op korte termijn kan deze toegenomen belangstelling tot een knelpunt leiden. Het aantal stageplaatsen staat namelijk onder druk en dat is zonder meer een direct gevolg van de crisis. Matthijs Breel, directeur bij Hemmink, spreekt over een spagaat waar de bedrijven in zitten. Terwijl ze weten dat de sector over 3 tot 4 jaar tienduizenden nieuwe medewerkers nodig heeft, worstelen vooral de e-installatiebedrijven met de vraag hoe stageplekken te creëren terwijl ze moeite hebben hun medewerkers aan het werk te houden.

"Maar als we jongeren nu niet goed opleiden, ontstaat er een gat zodra de economie aantrekt omdat ze dan de aansluiting met de praktijk missen." Op dat dilemma heeft de sector nog geen goed antwoord. Breel denkt dat de overheid en de brancheverenigingen kunnen bijspringen door bijvoorbeeld middelen uit opleidingsfondsen te verschuiven richting bedrijven om daarmee stageplaatsen te creëren.  

Samenwerking met onderwijs

De samenwerking tussen bedrijfsleven en het onderwijs is eveneens een punt uit de human capital agenda. Jentje Bootsma vindt het een gezamenlijke uitdaging om voor een definitieve trendbreuk in de belangstelling voor technische studies te zorgen. "Als elektrotechnische sector kunnen wij jongeren boeien voor de techniek, het onderwijs moet ze vervolgens binden door daarop in te spelen. Dat kan het onderwijs overigens niet alleen doen, als industrie moeten wij daar bij helpen." Cito Benelux verzorgt inmiddels gastlessen in zowel het MBO als HBO. Bedrijven moeten op specifieke terreinen veel meer hun kennis gaan delen, vindt Bootsma.

"Door te participeren in het onderwijs kunnen we dit onderwijs beter laten aansluiten op de huidige praktijk waarin innovaties heel snel gaan." Grote partijen uit de branche moeten hierbij het voortouw nemen. Ook regionaal kunnen onderwijs en bedrijfsleven de handen ineen slaan. "Als we in onszelf gekeerd blijven, komen we niet uit deze spiraal. We moeten tijd en geld hiervoor vrijmaken”, aldus Bootsma.

Rol voor gemeenten

Hans Segers geeft regelmatig gastcolleges op scholen. "Als KWX leggen we de rode loper uit voor de onderwijsinstellingen." Hij realiseert zich dat dit bij mkb-bedrijven zoals KWX vooral afhangt van de betrokkenheid van de directeur-eigenaar. Grote bedrijven kunnen deze stappen gemakkelijker zetten. "Ik zie hier in Oud-Beijerland echter dat we steun krijgen vanuit een onverwachte hoek, namelijk de gemeente. Die ziet dat jongeren wegtrekken naar de grote steden om werk te zoeken en heeft nu het initiatief genomen om aan de industrie te vragen hoe ze de industrie kan faciliteren zodat deze sector behouden blijft en jongeren in de regio banen vinden." Een van de gedachten is de start van een bedrijfsschool. Jentje Bootsma ziet zeker een plek voor de nieuwe bedrijfsscholen, maar niet als deze de rol van het roc overnemen. "Laat de scholen algemeen opleiden. Bedrijfsscholen kunnen voor de specialisatie zorgen."

Zij-instroom

Jongeren interesseren voor techniek is slechts één oplossingsrichting. Dat is onvoldoende om straks aan de vraag naar geschoolde technici te voldoen. De andere richting is je richten op de huidige medewerkers om die met bijscholing door te laten groeien en wellicht mensen die voor een ander beroep zijn opgeleid, om te scholen. De human capital agenda van de sector is daarom veel breder. Ondanks dat Hemmink wel degelijk de crisis in de bouw voelt, blijft het familiebedrijf investeren in de scholing van medewerkers.

"Omdat we aan een lange termijn visie vasthouden", legt Matthijs Breel uit. "Misschien moeten we proberen mensen uit sectoren waar het structureel moeizamer gaat, om te scholen en in te laten stromen." Slaagt de branche hier niet in, dan loopt de Nederlandse industrie de kans de slag te gaan missen, vreest Jentje Bootsma. "Dan moet ze mensen van buiten gaan aantrekken, zoals nu al gebeurt." Of, een trend die Matthijs Breel schetst: bedrijven zullen hun innovatie dan nog sterker richten op het ontwikkelen van plug and play oplossingen, zodat je minder gekwalificeerde menskracht nodig hebt in de installatie.

Goed verhaal op Elektrotechniek

Zover hoeft het niet te komen, is ieders overtuiging. Zowel bij jongeren als bij zij-instromers is in Nederland voldoende potentieel om in de behoefte aan tienduizenden elektrotechnici te voldoen. Jentje Bootsma: "Exposanten op Elektrotechniek moeten dan wel een goed verhaal neerzetten voor de studenten die komen, voor de andere doelgroepen dan onze klanten. Een verhaal dat ze enthousiast maakt voor elektrotechniek." De branche moet Elektrotechniek óók aangrijpen om de techniek waar we vandaag de dag niet meer zonder kunnen, zichtbaar te maken. "Op de beurs zie je echter de moeilijke spagaat waarin onderwijs en sector verkeren. Daardoor zitten we in een spiraal. Die moeten we samen doorbreken."