Handhaving IE-normering voor elektromotoren in aantocht

Op 20 september organiseert Aandrijven & Besturen voor de tweede keer het IE-Motoren Event. Deze keer in De Fabrique in Maarssen. Houd in de tussentijd www.aandrijvenenbesturen.nl in de gaten voor het laatste nieuws over het programma. Een van de belangrijkste vragen die tijdens de eerste editie vorig jaar werd gesteld: “Maar hoe zit het met de controle en handhaving?” Die vraag is sneller gesteld dan beantwoord.

De Europese verordening 640/2009 ‘inzake ecologisch ontwerp voor elektromotoren’ geeft uitvoering aan de Europese richtlijn 2009/125 die bekend staat als de Ecodesign- en ErP (Energy-related Products)-richtlijn. Fabrikanten, machinebouwers en gebruikers van elektromotoren (worden geacht te) weten dat ook zij te maken hebben met Europese regelgeving. In essentie komt dat er op neer dat elektromotoren stap voor stap efficiënter met energie moeten omgaan. Al lang bekend is dat sinds 1 januari 2015 de IEC 60034-30 geldt: IE3 is nu de norm voor AC-motoren van 7,5 kW tot 375 kW. De volgende stap zal 1 januari 2017 zijn wanneer de IE3-norm ook geldt voor de 0,75 kW tot 375 kW AC-motoren. De motoren hiervoor zijn inmiddels al lang en breed in de markt verkrijgbaar. Wat echter nog ontbreekt is informatie over controle en handhaving vanuit de Nederlandse overheid.

Niet vrijblijvend

Nu is het zo dat de ErP-richtlijn, net als elke andere Europese richtlijn, niet zomaar een vrijblijvend verhaal is voor bedrijven en instellingen. Dus even zelf bepalen of bedrijven daar iets mee moeten doen is absoluut niet aan de orde. Zo’n richtlijn heet in Brussel een ‘directive’, in het Nederlands vaak vertaald als ‘richtlijn’, wat soms onterecht wordt opgevat als ‘advies’. Europese richtlijnen zijn echter geen vrijblijvende adviezen, maar bindende afspraken, ondertekend door de Europese lidstaten. Met als gevolg dat deze lidstaten die Europese afspraken ook in hun eigen wetgeving moeten opnemen. En daar bovenop komt de verplichting voor elk land overtredingen van richtlijnen en bijbehorende wetgeving te bestrijden door middel van sancties.

    

fig 2

Vanaf 1 januari 2017 geldt de IE3-norm voor AC-motoren met een vermogen van 0,75 kW tot 375 kW.

  

ondgang

Een vraag die in het hele communicatiecircus rond de IE-motoren nauwelijks behandeld wordt, is echter hoe de controle en handhaving er in de praktijk uitzien. Een rondgang langs fabrikanten van elektromotoren leert dat men wel goed op de hoogte is van de eigen verantwoordelijkheid van de fabrikant. Neem bijvoorbeeld Marc Vissers van Lenze: "Er gaan bij Lenze geen elektromotoren de poort uit zonder een sticker waarop staat in welke efficiëntieklasse de motor valt. De afnemer ziet in welke IE-klasse de motor valt. Lenze zorgt er voor dat de tests ook volgens de normen zijn uitgevoerd en verzorgt daarvoor de certificering. Het toezicht op de certificering is in Duitsland uitbesteed aan certificatiebureaus. In ons geval komt het TüV regelmatig voor een audit om na te gaan of we alles volgens de regels doen.

Je kunt dat vergelijken met de manier waarop het werken volgens ISO-normen wordt gecontroleerd."

Kolmer Elektromotoren is actief als vertegenwoordiger en wederverkoper van elektromotoren, onder andere van het Poolse fabrikaat Cantoni. Jerry Spanhaak, directeur van Kolmer: "Onze fabrieken in Polen zorgen er voor dat alle motoren netjes voorzien zijn van een IE2-, IE3- of IE4-sticker. Daarna gaan zij hun eigen weg richting de groothandel, machinebouwer of eindgebruiker."

Stil

Tot zover de manier waarop het bij de productie van elektromotoren gaat. Wat er daarna met die motoren gebeurt is natuurlijk niet iets waarop fabrikanten hoeven te letten. Om meer duidelijkheid te krijgen duiken we daarom de keten in. Elektromotoren gaan voor een groot deel de groothandel in of worden rechtstreeks aan de eindgebruiker of de machinebouwer geleverd. De groothandel functioneert meestal als ‘dozenschuiver’; dat wil zeggen dat de elektromotoren vanuit de productie eerst een tijdje worden opgeslagen en vervolgens doorgeschoven naar een andere handelspartij, een machinebouwer of een eindgebruiker. In veel gevallen zijn de motoren niet eens uit de doos geweest; vandaar de enigszins badinerende term ‘dozenschuivers’. Maar uiteindelijk bouwt een machinebouwer of eindgebruiker deze motoren in een of meer machines in.

De vraag die dan opduikt is: "Wie controleert of de machinebouwer de motor met de juiste klasse gebruikt?" Er is namelijk een behoorlijk verschil in efficiëntie en prijs tussen een IE2-, IE3- en IE4-motor. En in veel situaties kan een IE2-motore technisch net zo makkelijk geplaatst worden in plaats van een duurdere IE3-motor. Als we fabrikanten en leveranciers vragen wie dit controleert wordt het opvallend stil. Het antwoord varieert van ‘over dat soort controles hebben we nog nooit gehoord’, ‘die controle is er niet’ tot ‘we weten echt niet welke instantie dat doet’.

Wie?

In zo’n situatie zetten we dan maar zelf de stap naar de overheid. Onder welk ministerie zou die controle vallen? Sociale Zaken en Werkgelegenheid? Dit ministerie ziet toe op de Arbo-wet en heeft direct te maken met machineveiligheid. Dat klopt op zich; maar nee, Ecodesign of ErP-richtlijn is niet hun terrein. Economische Zaken dan? Evenmin; dit departement houdt zich ook bezig met duurzaamheid, maar IE-motoren hebben daar niks te zoeken.

Uiteindelijk belanden wij bij een onverwacht adres: het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Bij dit ministerie is het ILT ondergebracht; de Inspectie Leefomgeving en Transport. De ILT is een organisatie met een behoorlijk takenpakket: vooral controle op regels voor luchtvaart, treinverkeer, scheepvaart enzovoorts slokt een groot deel van haar capaciteit op. En laat nu dit ILT ook de Ecodesign-verordeningen in haar portefeuille hebben.

En hoeveel dat er zijn? De afdeling voorlichting heeft het over ‘ongeveer 25′ verordeningen. Dus ook verordening EG 640/2009 (met aanvulling 4/2014) voor elektromotoren. Wat doet het ILT dan concreet als het over toezicht gaat? De afdeling voorlichting deelt mee: "Gezien de grote omvang van de te controleren regelgeving maakt de ILT een prioritering voor de uit te voeren activiteiten." Anders gezegd ‘first things first’. Ofwel, tot nu krijgen andere zaken voorrang en moet de controle op IE-motoren nog even wachten.

Aanpak

Toch willen we meer weten over wat het ILT concreet doet. "De ILT communiceert en geeft voorlichting, behandelt meldingen over eventuele niet-naleving en voert inspecties uit bij bedrijven." Helder, voorlichting is nooit verkeerd. Maar spannender is wat de ILT doet bij overtredingen. Hoe pakken ze die inspecties aan? "Dit kan steekproefsgewijs zijn maar ook systematisch. Aan de hand van een grondige analyse van doelgroepen of productgroepen die de ILT controleert, bepaalt de ILT haar inspectieaanpak.

Daarbij is het mogelijk dat een inspectie vooraf wordt aangekondigd." Het is duidelijk dat een inspectie niet lukraak, maar na analyse en onderzoek wordt uitgevoerd. Dat een verrassingselement altijd mogelijk is, ligt wel voor de hand. Maar wat kunnen de ILT doen als blijkt dat een ondernemer tegen de regels handelt? "Mocht een inspecteur tijdens een inspectie een overtreding constateren, dat kan technisch of administratief zijn, dan kan de ILT bestuursrechtelijk of strafrechtelijk optreden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een bepaald product een verbod krijgt om op de markt aan te bieden." Bovendien heeft de ILT een meldpunt waar partijen overtredingen kunnen doorgeven.

Genoeg tijd gehad

Over de rol van fabrikanten en importeurs meldt de ILT nog meer. "De industrie en de handel in elektromotoren moeten zich in principe zelf op de hoogte houden van de regelgeving die specifiek voor hen belangrijk is." Denk maar aan de verplichting per 1 januari 2015 van de IE3-norm voor AC-motoren.

"Fabrikanten en importeurs hebben genoeg tijd gehad om aan de nieuwe eisen te voldoen." Duidelijk is dat de ILT uit gaat van de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven. Op zich hoeft dat voor niemand een verrassing te zijn. Immers, de regel geldt dat iedereen geacht wordt de wet te kennen en daarnaar te handelen. Dat techneuten nu eenmaal een hekel hebben aan wettelijke bepalingen doet er dus niet toe.

Ook de veel gehoorde uitspraak in de markt dat men nog nooit iets gemerkt heeft van inspecties door de ILT heeft geen enkele waarde. De regels zijn al lang bekend en iedereen weet onderhand dat de regels wet zijn. De ILT zegt dan ook dat het niet uitmaakt of er tot nu toe niet gecontroleerd is. "Het feit dat een bedrijf nog niet geïnspecteerd is, is nooit een geldige reden om zich niet aan de regelgeving te houden." Met andere woorden, als je toch een keer tegen de lamp loopt, zijn de consequenties voor jou.

Bart Driessen

http://www.aandrijvenenbesturen.nl/


Wie is waarvoor verantwoordelijk?

  • Europese fabrikanten en eerste importeurs in Europa zijn verantwoordelijk voor het voldoen aan alle eisen die aan de motoren worden gesteld. Dit is belangrijk: primair is de fabrikant in Europa of de importeur die het productie Europa binnenhaalt verantwoordelijk.
  • De machinebouwer is verantwoordelijk als hij de motor die hij inbouwt direct zelf importeert van buiten de EU. In andere gevallen is de EU fabrikant of de EU importeur verantwoordelijk. Dit betekent dat de Europese machinebouwer alleen verantwoordelijk is als hij optreedt als eerste importeur. Maar deze regel kent een belangrijke nuance: de machinebouwer wordt als fabrikant aangemerkt voor zijn eindproduct. Net zoals dat gaat bij de machinerichtlijn zijn machinebouwers die een machine veranderen door uitbreiding of verwijdering van onderdelen na die verandering verantwoordelijk voor die ‘veranderde’ machine. De ILT noemt als voorbeeld een machinebouwer die ventilatoren met daarin IE2-elektromotoren produceert. Het eindproduct – waaier gecombineerd met elektromotor – moet voldoen aan de eisen van de Ecodesign-verordening 327/2011. De machinebouwer dient dan zelf na te gaan of zo’n ventilator aan deze eisen voldoet.
  • Op het moment dat een motor op de markt wordt gebracht moet de fabrikant of importeur bekijken of de motor voldoet aan de gestelde eisen. Motoren die nog vóór 1 januari 2015 gefabriceerd zijn binnen de EU of geïmporteerd zijn, hoeven niet aan de eisen te voldoen die vanaf 1 januari 2015 gelden. Handel in en gebruik van die motor is dus wel toegestaan.
  • De fabrikant of importeur moet bij het op de markt brengen van de motor een verklaring afgeven waarin hij verklaart dat het product voldoet aan alle van toepassing zijnde Europese regels. Dat kan door middel van documentatie en certificering. De vereiste technische documentatie, waaronder een rapport van een test die is uitgevoerd met de in de Verordening aangegeven methode, moet beschikbaar zijn.

Verordening EG 640/2009

We zetten de belangrijkste punten van de EG 640/2009, met aanvulling 4/2014 nog eens op een rijtje:

  • Artikel 1 van de Verordening geeft aan welke motoren onder 640/2009 vallen.
  • Artikel 3 geeft de energie efficiencyeisen die vanaf 16 juni 2011, 1 januari 2015 en 1 januari 2017 van kracht zijn/worden.
  • Bijlage 1 geeft de eisen, inclusief alle productinformatie-eisen die vanaf 16 juni 2011 van kracht zijn.
  • Bijlage 2 geeft aan hoe de metingen en berekeningen moeten worden uitgevoerd.
  • Bijlage 3 geeft de controleprocedure aan van de markttoezichthouder en de meetafwijking die acceptabel is. De fabrikant mag deze afwijking niet incalculeren en moet voldoen aan bijlage 1.

Vanaf  1 januari 2017 geldt de IE3-norm voor 0,75 kW tot 375 kW AC-motoren.