Veel tech-bedrijven weten niet hoe de regeling van bedrijfsgeheimen in elkaar zit, wat tot grote brokken kan leiden. Dan lezen ze ergens dat ze in ieder geval geheimhouding in de arbeidscontracten moeten zetten. En daar laten ze het dan bij. Onlangs kreeg Wärtsilä van de rechter de deksel op de neus tegen Aegir Marine.
Kennis: IE en bedrijfsgeheimen
OK, even een intro. Er zijn twee soorten kennis: intellectuele eigendom/intellectual property (‘IE’/’IP’) en bedrijfsgeheimen (niet-openbare bedrijfsinformatie en know-how). Van IE dient iedereen met zijn vingers af te blijven. Een deel van de IE kun je registreren (o.m. octrooi/patent, geregistreerd modelrecht) en een ander deel ontstaat van ‘vanzelf’ (auteursrecht, ongeregistreerd modelrecht). Maar bedrijfsgeheimen kun je alleen beschermen door ze – hoe raad je het – geheim te houden. Laat je je bedrijfsgeheimen in de trein liggen, is dat in principe ‘jammer, maar helaas’.
Onder omstandigheden kun je na een bedrijfsgeheimlek toch juridisch nog iets in de melk te brokkelen hebben. Je kon dan al langer een beroep doen op het TRIPs-verdrag: als er voldaan is aan de eisen van dat verdrag is het gebruik van andermans bedrijfsgeheim ‘onrechtmatig’. Je kon dan een verbod en schadevergoeding eisen. Vervolgens kwam er in 2016 een EU-richtlijn over bedrijfsgeheimen waardoor alle EU-landen een nationale regeling moesten invoeren. In Nederland wordt dat de ‘Wet bescherming bedrijfsgeheimen’, waarvan het wetsvoorstel nog bij de Eerste Kamer ligt.
Zonder redelijke maatregelen geen bescherming bedrijfsgeheim
Volgens het TRIPs-verdrag heb je recht op bescherming als je bedrijfsgeheim ‘is onderworpen aan, gezien de omstandigheden, redelijke maatregelen door de persoon die rechtmatig over de informatie beschikt, om deze geheim te houden.’. Deze ‘oude’ TRIPs-regeling is vergelijkbaar met het nieuwe wetsvoorstel.
Bij de maatregelen gaat het vaak fout
Wat onder de oude én de nieuwe regeling vaak fout gaat, is het ontbreken van de redelijke maatregelen ter geheimhouding. In de recente rechtszaak kon het volgens Wärtsila niet anders of Aegir Marine had constructietekeningen van Wärtsilä in handen gekregen. Wärtsilä wilde een verbod op inbreuk op het auteursrecht én op productie wegens gebruik van de bedrijfsgeheimen. Op techniek zit vaak geen auteursrecht, daar heb je octrooi voor. Met veel hangen en wurgen kende de rechter aan de constructietekening toch auteursrecht toe: Wärtsilä had buiten de techniek toch ‘creatieve ruimte’ benut. Geweldig, de tekening mocht niet meer worden gekopieerd …
Concurrent blijft produceren!
Het belangrijkste was natuurlijk: moet Aegir de productie stoppen wegens de beweerdelijke schending van bedrijfsgeheim? Maar aan die vraag hoefde de rechter niet eens toe te komen. De voorvraag was immers: had Wärtsilä die geheimen wel redelijk beschermd? Op de tekeningen had Wärtsilä ‘niet verder verspreiden’ gezet, maar dat was natuurlijk bedoeld voor de werknemers. Verder stond in de arbeidscontracten een geheimhoudingsplicht. Maar ondanks de tekst ‘niet verspreiden’ én de geheimhoudingsplicht verspreidden velen tekeningen naar buiten, zonder voorbehoud. Kennelijk was dit bij Wärtsilä heel normaal. Als de boel structureel zo lek is als een mandje zijn dat de ‘omstandigheden’ die ik hiervoor citeerde uit verdrag en wet. Onder dergelijke omstandigheden zijn de niet-verspreidentekst en de arbeidsrechtelijke geheimhoudingsplicht geen ‘redelijke maatregelen’ voor bescherming als bedrijfsgeheim. Slot van het liedje: voor Wärtsilä geen bescherming van haar tekeningen als bedrijfsgeheim en dus kwam de rechter niet toe aan Wärtsilä’s eis tot een productiestop bij Aegir op die grond.
Moraal van dit verhaal: bewaak naleving geheimhouding binnen bedrijf
U ziet hoe nauw het luistert om wettelijke bescherming van uw bedrijfsgeheimen te krijgen. Vertrouw niet op arbeidscontracten alleen. Zorg voor awareness van het personeel over bedrijfsgeheimen. Geef de werknemers een standaard-NDA (‘Non-Disclosure Agreement’ of geheimhoudingsovereenkomst/ -verklaring). Die kunnen ze door een derde laten ondertekenen. Beter nog: leg het verspreiden van stukken waarop ‘classified’ staat neer bij één persoon die alle ins en outs kent van de bedrijfsgeheimenregeling. Die zorgt dat hij niets toestuurt zonder ondertekende NDA. Hij kan meteen kijken of de derde wel alles nodig heeft uit het document of dat er een deel kan worden geblindeerd.
Lees-verder-tips:
• 9 oktober: Internet of Things en aansprakelijkheid , een column van Hub Dohmen.
• 5 oktober: Verslag van het kort geding tijdens Robot Love over juridische aspecten van robotica en AI. Dit verscheen in het Eindhovens Dagblad.
• 4 oktober: ‘Machinebouwer: pak octrooiinbreuk aan en ga failiet …’ Hoe kan dat? Column van Hub Dohmen.
Mr. Hub Dohmen
Dohmen advocaten
twitter