Blog: ‘Augmented Reality & Virtual Reality: valse vijanden’

In veel industrieën zijn Augmented Reality (AR) en Virtual Reality (VR) de aanjagers van de innovatie. Deze twee technologieën worden echter vaak ten onrechte als tegenpolen gezien. Maar pas als ze op de juiste manier worden gebruikt en gecombineerd, komen ze volledig tot hun recht. Om het beste te halen uit Industry 4.0 moeten we op zoek naar complementaire oplossingen.

Man in productieomgeving met AR-bril

Door: Marc Bringuier, expert Augmented Reality & Immersive Technologies, PTC Europa

AR en VR staan al jaren in het middelpunt van de belangstelling in de industrie. Hun potentieel voor innovatie en productie-optimalisatie is ondertussen bij iedereen bekend. Maar deze twee digitale instrumenten worden nog te vaak voorgesteld als twee elkaar uitsluitende opties waartussen je moet kiezen. De realiteit is echter helemaal anders: beide technologieën kunnen elkaar aanvullen, afhankelijk van de use case.

Twee immersieve technologieën

Als AR en VR soms als concurrenten worden beschouwd, dan komt dat omdat ze op een vergelijkbare manier werken: via modellering en immersie. Allebei zijn vrijwel gelijktijdig ontstaan in de jaren negentig en gebaseerd op animatietechnieken die aanvankelijk door de videospelletjesindustrie waren ontwikkeld. Gebruikers worden ondergedompeld in een digitaal ontwikkelde omgeving. Er is echter één verschil tussen beide: de plaats die de echte wereld inneemt. Zoals blijkt uit de naam voegt augmented reality een digitale laag toe aan de werkelijkheid, zonder deze volledig te laten verdwijnen. Bij virtual reality word je echter volledig ondergedompeld in een virtuele omgeving zoals in een videospel.

Dezelfde aanpak voor verschillende oplossingen

Dit verschil mag klein lijken, maar het is eigenlijk van fundamenteel belang. Het zorgt er ook voor dat deze technologieën voor zeer verschillende industriële toepassingen geschikt zijn en dus ook zeer verschillende operationele voordelen opleveren.

Augmented reality (ook wel “mixed reality” genoemd wanneer virtuele objecten kunnen worden gehanteerd) maakt interactie mogelijk tussen de fysieke en de digitale wereld en kan dus tal van ontwerp-, productie- of ondersteuningstaken optimaliseren. Tijdens een onderhoudshandeling bijvoorbeeld verschijnt dan een extra informatielaag die boven op de realiteit wordt getoond. Hierdoor krijgen technici gemakkelijk toegang tot informatie over de taken die ze moeten uitvoeren in relatie tot hun omgeving. Doordat AR informatie op het juiste moment en op de juiste plaats kan tonen, is het ook een ideaal hulpmiddel om nieuwe werknemers op te leiden. De digitale context in de fysieke wereld stelt gebruikers dus in staat sneller en gemakkelijker informatie te begrijpen en hun gedrag aan te passen.

Virtual reality is bijzonder nuttig voor simulatie- en prototypingdoeleinden, omdat hierbij een digitale omgeving vanaf nul kan worden gecreëerd. VR wordt met name in de automobielsector gebruikt om ongevallen of assemblageoperaties te simuleren. Hierdoor hoeven fabrikanten geen fysieke tests te organiseren, wat veel geld bespaart op het vlak van middelen en personeel. Net als in een videospel kunnen meerdere medewerkers van over de hele wereld in real-time samenwerken en met elkaar een wisselwerking aangaan. Zo kunnen twee ingenieurs die duizenden kilometers van elkaar zitten, samenwerken aan eenzelfde prototype en rechtstreeks ingrijpen op hetzelfde product in ontwikkeling. Voor opleidingen maakt de immersieve aard van VR het mogelijk spiergeheugen te ontwikkelen. Zo worden de deelnemers voorbereid op situaties waarmee zij te maken zullen krijgen. Net als AR is VR dus ideaal voor het ontwikkelen en versterken van technische vaardigheden.

Complementaire oplossingen met hetzelfde doel

VR en AR kennen dus erg uiteenlopende toepassingen, maar kunnen bedrijven veel tijd en geld besparen door bestaande processen te stroomlijnen en te perfectioneren. Zo wordt het mogelijk een virtueel model te ontwerpen in slechts een paar dagen, terwijl het meerdere weken zou duren om een fysiek prototype te maken. Het ontwerpproces voor nieuwe producten wordt zo aanzienlijk versneld. Ook het tonen van informatie in real-time via AR maakt het werk van technici makkelijker en leidt tot een aanzienlijke vermindering van het aantal fouten.

AR en VR zijn nu onlosmakelijk verbonden met het idee van Industry 4.0. De fabriek van de toekomst genereert data en maakt er strategisch gebruik van. Terwijl VR vaak wordt gebruikt om basistaken of repetitieve taken aan te leren, helpt AR operatoren te anticiperen op en om te gaan met uitzonderlijke situaties. Deze twee technologieën dragen dus elk op hun manier bij aan de digitalisering van de industriële activiteit en bieden ingenieurs en technici een wereld waar digitale en fysieke technologieën rechtstreeks op elkaar inwerken. Door toegang te verschaffen tot materiële informatie worden dagelijkse taken vereenvoudigd en kunnen mensen efficiënter en onafhankelijker werken. Deze technologieën zijn dus helemaal niet tegenstrijdig, maar vullen elkaar juist perfect aan, als ze verstandig gebruikt worden om processen te optimaliseren die zijn aangepast aan de voordelen die elke technologie biedt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *