ABN: ‘Nederlandse industriële productie daalt in 2023 met 3 procent’

Geplaatst door Maartje Henket

De Nederlandse industriële productie krimpt in 2023 met 3 procent, zo verwacht ABN Amro. De gestegen rente leidt tot afbouw van voorraden, een dalende vraag naar bouwmaterialen en minder vraag naar investeringsgoederen, zoals machines en transportmiddelen. Tegelijkertijd is de kans groot dat de energiecrisis vooral de zware industrie ook in de komende jaren parten speelt.

2 vingers plaatsen iets op een chip
Afbeelding van Bruno /Germany via Pixabay

Daarnaast staat de industrie aan de vooravond van een flinke versnelling van de klimaattransitie en is de sector steeds meer een speelbal van geopolitieke ontwikkelingen, concludeert ABN Amro in zijn Sectorprognose Industrie. Als de rente aan het eind van dit jaar wordt verlaagd en de economie in 2024 weer aantrekt, kan de industrie echter wel profiteren van een groei van 4 procent.

Machinebouw en elektrotechnische industrie

Hoewel de vraag naar industriële producten al in augustus begon af te nemen, groeide de productie van met name de machinebouw (+26 procent) en elektrotechnische industrie (+13,2 procent) in 2022 nog flink. De machinebouw is in de laatste vijf jaar zelfs bijna verdubbeld (+93 procent), mede door de snelle groei van chipmachinefabrikant ASML en diens toeleveranciers. Dit jaar zal de productie van de machinebouw (-3,5 procent) en de elektrotechnische industrie (-1,5 procent) echter dalen. In 2024 wordt wel weer een groei van respectievelijk 5 en 8 procent verwacht. De verbeterde toelevering van onder meer chips zorgt in 2023 en 2024 ook in de transportmiddelenindustrie voor groei. Dit jaar hebben vooral de meest energie-intensieve branches – zoals de basismetalenindustrie (-5,5 procent) en de chemie (-6 procent) – het moeilijk. Een deel van de productie is verplaatst naar buiten Europa, waar de energieprijzen minder zijn gestegen. In 2024 groeien beide segmenten naar verwachting weer met 3 procent.

Speelbal geopolitiek

De Nederlandse industrie is volgens de bank steeds vaker een speelbal van geopolitieke ontwikkelingen. “Er is een nieuw tijdperk ingeluid, waarin protectionistisch beleid grote invloed heeft op de industrie. Behalve de ambitieuze klimaatdoelstellingen en de Europese chipverordening gaat het ook om industriepolitiek die beoogt Europa – waaronder Nederland – minder afhankelijk te maken van andere landen, in het bijzonder China. Zo wil de Europese Commissie dat de EU 40 procent van haar groene technologie, zoals zonnepanelen, windmolens en batterijen, in 2030 zelf produceert”, zegt Sector Econoom Industrie Albert Jan Swart. “Waarschijnlijk betekent dit echter niet dat internationale productieketens volledig worden ontkoppeld. Zo zijn productieketens mondiaal sterk verweven, waardoor ontkoppeling vele jaren zou vergen. Daarnaast beschikken de VS en de Europese Unie over onvoldoende metalen of zijn ze voor bijvoorbeeld verwerking van metaalertsen aangewezen op Chinese fabrieken. Niettemin staat vast dat industriepolitiek weer helemaal terug is. Dat is iets wat industriële bedrijven bij investeringsbeslissingen voortaan in het achterhoofd moeten houden.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *