Maritieme sector pakt verduurzaming, innovatie en cybersecurity aan

De maritieme sector gaat meer samenwerken om innovatiever te worden en sneller over te schakelen naar schonere brandstoffen. Hiervoor tekenden minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) en vertegenwoordigers uit de sector het Werkprogramma Maritieme Strategie. Met deze blauwdruk gaan rederijen, zee- en binnenvaartschippers, havens, en betrokken overheden de komende 3 jaar de uitdagingen voor verduurzaming, innovatie en cybersecurity oppakken.

Schepen stoten per ton vracht veel minder CO2, stikstof en fijnstof uit dan vrachtwagens. Dat blijkt ook weer uit het deze week verschenen rapport ‘De feiten op een rij’ van CE Delft. Het vervoeren van een ton vracht per binnenschip kan 2 tot 12 keer minder CO2 uitstoten dan vervoer van hetzelfde gewicht per vrachtwagen. Het verschil met bestelbusjes is zelfs nog groter.

Om de klimaatdoelen te halen, zal de maritieme sector nog meer moeten gaan inzetten op schonere scheepsmotoren en duurzamere brandstoffen. De binnenvaart moet in 2030 een CO2-besparing van 49% laten zien en in 2050 klimaatneutraal zijn. Ook de zeehavens staan voor een uitdaging, omdat alleen al de haven van Rotterdam verantwoordelijk is voor een kleine 20% van de Nederlandse CO2-uitstoot. Het werkprogramma wordt de komende maanden uitgewerkt tot bijna dertig concrete projecten die de sector gaan vergroenen.

Innovatie

De sector gaat het emissievoordeel ten opzichte van het wegvervoer verder uitbouwen door te investeren in nieuwe scheepsmotoren en nieuwe technieken om de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Dit kan variëren van reiniging en reductie van uitlaatgassen tot aan het installeren van elektromotoren op de schroefas van schepen. Het meest innovatief zijn de autonoom varende schepen, en volledig elektrisch aangedreven schepen. Door het Nederlandse Port-Liner project zal in augustus 2018 het eerste volledig elektrische binnenvaartschip te water gaan. De zeehavens gaan werken aan CO2-afvang en -opslag en ze gaan restwarmte van industriële processen beter benutten.