‘Slimme financiering nodig voor Smart Industry Fieldlabs’

Smart Industry Fieldlabs spelen een belangrijke rol in de adoptie van digitalisering en nieuwe technologieën door de Nederlandse industrie. Toch hebben zij nog te vaak problemen met de financiering om deze rol waar te maken. Dit stelt TNO naar aanleiding van onderzoek in opdracht van de Economic Board Zuid-Holland, Provincie Zuid-Holland en Brainport Development.

Fieldlabs zijn praktijkomgevingen waarin bedrijven en kennisinstellingen Smart Industry oplossingen ontwikkelen, testen en implementeren. Er zijn er in Nederland intussen 29, waarvan meer dan de helft in Zuid-Holland en Brainport Eindhoven. Naast een tekort aan middelen, ervaren Fieldlabs in de praktijk moeilijkheden rondom de aanvraag van financiering. Als struikelblok wordt vaak een veelvoud aan verschillende instrumenten en onzekere aanvraagprocedures genoemd.

"De huidige situatie is voor de initiatiefnemers van Fieldlabs lastig en doet de belangrijke rol van deze open-innovatie omgevingen tekort", vindt Tom van der Horst van TNO. "Het hanteren van duidelijke kerncriteria voor Fieldlabs zou een belangrijke stap zijn in betere ondersteuning, beoordeling en financiering."

Het onderzoek onderscheidt vier verschillende typen Fieldlabs, gericht op kennis- en technologievernieuwing (type 1), demonstratie- en business gedreven (type 2), skills-ontwikkeling (type 3) of een combinatie van deze activiteiten (type 4). "Met name type 4 fieldlabs, waarin het zowel gaat om kennisontwikkeling, toepassing in business en onderwijs wordt gezien als het ‘ideaal type’ Fieldlab."

Aan de slag

Een werkgroep met leden uit Economic Board Zuid-Holland, Brainport Eindhoven, Zuid-Holland, FME en de Rijksoverheid gaat aan de slag met het ontwikkelen van financieringsmechanismen voor activiteiten van fieldlabs.