17 feb. 1999
1 minuut
Kwaadwillende aanvallen op computernetwerken in de Europese Unie moeten hard worden aangepakt. De EU-landen willen economische sancties treffen als dat nodig is. Staten mogen niet doelbewust toestaan dat hun grondgebied wordt gebruikt voor illegale ICT-operaties, staat in een verklaring die de 28 buitenlandministers in Luxemburg goedkeurden.
Hoe hard de strafmaatregelen zijn, hangt af van de ‘reikwijdte, omvang, duur, intensiteit, complexiteit, verfijning en impact van de cyberactiviteit’. Het kan dan gaan om reisverboden en het bevriezen van banktegoeden. Het moet hackers en landen die onrechtmatige cyberoperaties toestaan in ieder geval afschrikken.
De noodzaak voor afschrikking is toegenomen na berichten over buitenlandse beïnvloeding van verkiezingen in Europa en de Russische bemoeienis met de Amerikaanse verkiezingen.
Minister Bert Koenders reageerde positief: ,,In het geval van militaire dreigingen of aanvallen zijn wij al uitgerust om gezamenlijk op te treden. Het is logisch dat we dat ook doen tegen nieuwe dreigingen, zoals cyberoperaties. We moeten daar strafmaatregelen tegen kunnen treffen.”
Voor de Navo kunnen cyberaanvallen van buitenaf sinds vorig jaar al aanleiding zijn om de clausule voor collectieve verdediging te activeren. De EU en de Navo zijn nauwer aan het samenwerken, waarbij dubbelingen tussen beide organisaties moet worden voorkomen.
De EU-ministers tonen zich in een verklaring tevreden over de vooruitgang van de 42 samenwerkingsacties. Het gaat onder meer om het afstemmen van de reactie op ‘hybride dreigingen’. Dat kan gaan om propaganda, maar ook om cyberaanvallen die zijn gericht op bijvoorbeeld banken of energiecentrales. De Navo en de EU hebben afgesproken voor het eerst samen te gaan oefenen tegen dergelijke dreigingen.
Anderen lazen ook
