Wetenschappelijk advies voor de formatietafel

Radboud-wetenschappers geven suggesties voor discussies aan de formatietafel.

  • ‘Houd de sterke punten uit Onderwijs 2032 overeind’

  • ‘Maak de energietransitie een zaak van alle burgers’

  • ‘De milieucrisis moet niet worden versmald tot het klimaatprobleem’

  • ‘De digitale communicatie van de overheid moet beter’

  • ‘Het staatshoofd moet beter geïnformeerd worden dan vorige keer’

‘Houd de sterke punten uit Onderwijs 2032 overeind ‘

Harold Bekkering, hoogleraar Cognitieve psychologie

bekkering

‘Het voorstel van Onderwijs 2032 om het onderwijs te herzien is verzand in weerstand. De sterke punten dreigen nu van tafel te gaan en zo blijven de noodzakelijke veranderingen uit. Het onderwijs moet de angst voor veranderingen opzij zetten en radicaal nadenken over noodzakelijke veranderingen van vorm en inhoud.’

‘Train de technische basisvaardigheden echt goed op de basisschool en onderhoud ze. Spelling, grammatica, rekenen, Engels. Digitale inzet zal dit leerproces versterken en bespaart ook kostbare onderwijstijd. Binnen het voortgezet onderwijs pleit ik vurig voor brede brugklassen, zoals vele landen met goed succes doen.’

‘Een tweede punt is hervorming van het klassikale systeem. Jongeren zijn veel minder op mentoren en boeken gericht. Kennis is overal voor handen, moedig ze aan om kennis op te doen via projecten en andere motiverende leervormen.’

‘Ten slotte scholen zouden hun leerlingen vooral ook vakoverstijgende vaardigheden moeten bijbrengen. Leervaardigheden, creëren, kritisch denken, problemen oplossen en samenwerken. De persoonsvorming van onze jongeren tot mensen die nieuwsgierig zijn, gemotiveerd, creatief en autonoom, moet centraal staan.’

Harold Bekkering schreef De lerende mens en is een van de genodigden voor het rondetafelgesprek curriculumherziening in het primair en voortgezet onderwijs op donderdag 13 april in de Tweede Kamer. Lees meer in: Hoe leren we het beste? (Trouw, 2016)

‘Maak de energietransitie een zaak van alle burgers’

Heleen de Coninck, universitair hoofddocent Innovatiestudies en duurzaamheid

Heleen de Coninck

Klimaatbeleid-onderzoeker Heleen de Coninck schrijft mee aan het nieuwe rapport van het IPCC, het internationale wetenschapsplatform voor klimaatverandering. Ze vindt dat de energietransitie van iedereen moet worden: ‘Duurzame energie is niet alleen voor kapitaalkrachtige hoogopgeleiden, maar voor alle burgers, juist ook mensen met lagere inkomens. Die moeten in de energiezuinigste huizen wonen, zodat ze profiteren van de energietransitie.’

‘Alle voor Nederland zinvolle opties moeten wat mij betreft overwogen worden. Het demissionair kabinet wil dat de energievoorziening in 2050 helemaal duurzaam is. Dat wordt moeilijk. Om te zorgen dat de aarde niet meer dan 1,5 graad opwarmt, is bijvoorbeeld ook CO2 afvang en opslag nodig.’

De Coninck adviseert het nieuwe kabinet bovendien om een ambitieuze klimaatwet te maken, uitgevoerd door een nieuw Ministerie van Klimaat, Energie en Industrie. ‘Infrastructuur en Milieu heeft op dit moment veel te weinig in te brengen, Economische Zaken trekt aan de touwtjes. Met de oude structuren komen we niet snel genoeg verder.’

‘De milieucrisis wordt versmald tot het klimaatprobleem’

Martin Drenthen, natuur- en milieufilosoof, wildernisdeskundige

Martin-Drenthen

‘We moeten niet doen alsof het oplossen van het klimaatprobleem het enige is wat moet gebeuren – de klimaatdiscussie dreigt ons namelijk ook af te leiden van andere, eveneens zeer dringende kwesties op het gebied van natuur en milieu. Ja, het is goed en nodig om te doen, maar er is meer. Wat gaan we doen aan de landbouwwoestijn met zijn monoculturen, de achteruitgang van biodiversiteit, rustige natuurgebieden, de bescherming van ons landschap als drager van onze identiteit? Ik zie hier weinig politieke aandacht voor en dat moet echt veranderen.’

‘De klimaatdiscussie wordt nu sterk economisch ingestoken: technologische innovatie moet het probleem oplossen en dat zal nog geld opleveren ook. Los van de vraag of dit klopt – ik geloof zelf van niet – hoort deze manier bij een wereldbeeld dat de aarde een overlevingsmachine is die je kunt tweaken ten gunste van de mens. Het is niet vanzelfsprekend dat we steeds een groter deel van de koek voor de mens opeisen. We hebben een ander wereldbeeld nodig. En de natuur ook. Straks is het klimaat gered, maar hebben we geen natuur meer over.’

‘De digitale communicatie van de overheid moet beter’

Jaap-Henk Hoepman, directeur van het Nederlandse Privacy & Identity Lab

 Jaap-Henk Hoepman

‘De overheid communiceert steeds meer via digitale wegen en verwacht ook digitaal een reactie van de burger, bijvoorbeeld bij het UWV. Mensen die digitaal niet zo sterk zijn, verdwalen daar volledig in. Zelfs ik heb soms moeite met sommige processen en websites. Wat mij betreft moet er altijd een persoonlijk of analoog alternatief voorhanden zijn, maar dat is nu vaak niet zo. De menselijke maat is weg.

De verregaande digitalisering van de samenleving tast de autonomie en de privacy van de burgers aan. De overheid heeft hier geen duidelijke visie op, onder meer vanwege een gebrek aan kennis. De meeste politici en ambtenaren weten weinig van techniek, het zijn voor een groot deel juristen of bestuurskundigen. Dat moet anders. Mijn advies: neem technisch onderlegde ambtenaren in vaste dienst, in plaats van experts in te huren bij commerciële bureaus. Zo houdt je het maken van beleid onafhankelijk van commerciële belangen.’

‘Het staatshoofd moet beter geïnformeerd worden dan vorige keer’

Alexander van Kessel, Centrum voor Parlementaire Geschiedenis

Alexander van Kessel

Sinds 2012 heeft de Tweede Kamer de regie in de kabinetsformatie, in plaats van het staatshoofd . Gevolg van deze nieuwe opzet was bij de formatie in 2012 dat koningin Beatrix uiteindelijk pas op het allerlaatste moment geïnformeerd werd over het regeerakkoord van VVD en PvdA.

Volgens parlementair historicus Alexander van Kessel staat dat op gespannen voet met het Nederlandse staatsrecht, en zou dat deze formatie anders mogen: ‘Volgens de Grondwet is de koning onderdeel van de regering, dus het is ook niet meer dan fatsoenlijk om hem op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de formatie.’ Van Kessel wijst het idee van de hand dat door deze vorm van informatie de koning toch weer via de achterdeur invloed zou kunnen uitoefenen. ‘Een politicus heeft daarin zijn eigen verantwoordelijkheid, hij of zij kan tenslotte ook door zijn of haar partner beïnvloed worden, als hij daarmee spreekt’

Lees voor meer info het rapport dat Van Kessel samen met Carla van Baalen en Paul Bovend’Eert schreef over de kabinetsformatie van 2012. Ook interessant zijn twee andere boeken van Van Kessel en van Baalen: ‘De kabinetsformatie in vijftig stappen‘ en ‘Kabinetsformaties 1977-2012‘.