Twents roboticateam gaat strijd aan met top Europa

Een team van Twentse robotica-experts is de enige overgebleven Nederlandse deelnemer in de grootste roboticacompetitie van Europa. In deze EuRoC (European Robotics Challenges) draait het om het overbrengen van fundamentele kennis over robotica naar praktische toepassingen in de industrie. Onder de vlag van het LEO, Center for Service Robotics ontwikkelt het team autonome drones die onderdelen van windturbines inspecteren.

Inspecties van windturbines zijn arbeidsintensief, duur en gevaarlijk. Vaak kiezen beheerders er daarom voor om de verplichte jaarlijkse inspectie niet uit te voeren. Dit brengt ernstige veiligheidsrisco’s en een hogere verzekeringspremie met zich mee. Met circa 50.000 windturbines in Europa lopen de kosten voor onderhoud en inspectie naar schatting op tot een totaal van 8 miljard euro per jaar. De luchtrobots waar het Twentse team aan werkt, leveren in deze industrie een jaarlijkse besparing van miljoenen euro’s op. Bovendien worden de veiligheidsrisico’s flink verkleind.

Het team, onder leiding van Matteo Fumagalli uit de vakgroep Robotics and Mechatronics van de Universiteit Twente, heeft in het Schotse bedrijf Cyberhawk een partner gevonden die het robotplatform op de markt gaat brengen. Hiermee onderscheidt Oost-Nederland zich binnen Europa als topregio op het gebied van robotica.

  

Fumagalli: autonome samenwerking drones

Matteo Fumagalli richt zich in zijn onderzoek op de Universiteit Twente op het onderhoud van hoogspanningskabels en windturbines door meerdere luchtrobots. Autonome samenwerking tussen die drones is daarbij erg belangrijk. Fumagalli rust de drones uit met een arm waarop camera’s, sensoren en gereedschap zijn geplaatst. Zijn drones kunnen uiteindelijk zonder de tussenkomst van mensen onderhoud aan de hoogspanningskabels, energiecentrales en windturbines uitvoeren. Dit is goedkoper, de kwaliteit gaat omhoog en het levert geen gevaar voor menselijke monteurs op.

Over de EuRoC

De EuRoC, gestart in april 2014, wordt gefinancierd door de Europese Commissie. 84 teams, samengesteld uit toonaangevende roboticabedrijven en kennisinstellingen, verschenen aan de ‘start’. Het Twentse team, genaamd LEO, participeert in de categorie ‘Plant Servicing and Inspection’. Nadat het team succesvol door de eerste ronde kwam, is het nu bezig aan de tweede ronde. Daarin moeten de wetenschappelijke en economische waarde van het robotplatform aangetoond worden. Objectieve meetcriteria (nauwkeurigheid inspectie, kwaliteit 3D-modellen, benodigde tijd voor contact met het oppervlak) en de beoordeling door een jury bepalen uiteindelijk de winnaars.

Samenwerking tussen industrie en wetenschap staat centraal tijdens deze roboticacompetitie. In totaal ontvangen de deelnemers gezamenlijk een subsidie van zo’n zeven miljoen euro vanuit het FP7-subsidieprogramma van de EU. Met dit vier jaar durende traject wordt Europa verder op de kaart gezet met innovatieve en toepasbare ontwikkelingen in de industriële robotica. De teams, waarvan er nu nog maximaal 15 per challenge over zijn, doorlopen de stadia van ontwikkeling en simulatie tot realistische tests, demonstraties en uitvoering.

Team LEO

Het Twentse team werkt onder de vlag van ‘LEO, Center for Service Robotics‘. Dit samenwerkingsverband tussen regionale kennisinstellingen en industriële partners streeft ernaar de robotica in Oost-Nederland naar een topniveau te brengen. Binnen de EuRoC neemt de Universiteit Twente het voortouw in samenwerking met studenten van Saxion en met advies vanuit verschillende regionale hightech bedrijven.