Vloeistofoppervlakken simuleren: voor meer begrip op micro- én macroschaal

De meeste fysieke fenomenen kun je pas verklaren als je op moleculair niveau begrijpt wat er gebeurt. Om trombose te kunnen voorkomen, moet je bijvoorbeeld diepgaande kennis hebben over hoe individuele bloedcellen zich in aders gedragen. En om te begrijpen hoe je inktjet printers kunt verbeteren, is het van belang dat je goed begrijpt wat de interactie is tussen inktdruppels en de buisjes waarin de inkt wordt aangevoerd. Computersimulaties zijn een belangrijk wapen in de strijd naar deze fundamentele kennis. Prof.dr. Jens Harting werkt bij onderzoeksinstituut Mesa+ aan state-of-the-art computersimulaties op het gebied van microfluïdica. Eerder deze maand sprak hij zijn intreerede uit aan de Universiteit Twente.

Veel processen in de natuur zijn zo complex dat het nagenoeg onmogelijk is om ze tot in detail in de praktijk te kunnen bestuderen. Computersimulaties kunnen hier uitkomst bieden. Jens Harting, deeltijdhoogleraar Numerical Simulations in Microfluidics aan de Universiteit Twente ontwikkelt deze simulaties. Hij kijkt hierbij naar grensoppervlakken, tussen bijvoorbeeld vloeistoffen en vaste oppervlakken, tussen twee of meer vloeistoffen en tussen vloeistoffen en membranen.

De simulaties die Harting ontwikkelt slaan op het gebied van vloeistofoppervlakken de brug tussen de microscopische wereld en macroscopisch effecten. Door beter inzicht te krijgen in de menging tussen olie en water, kun je bijvoorbeeld verbeterde emulsies voor de levensmiddelenindustrie ontwikkelen. Harting: "Je kunt niet verklaren wat er op grote schaal gebeurt, zonder naar de kleine schaal te kijken."

Voor de simulaties waaraan Harting werkt brengt hij verschillende algoritmes samen. Het gaat om zeer complexe simulaties die niet mogelijk zijn zonder de inzet van supercomputers.

Jens Harting

Prof.dr. Jens Harting is sinds 2013 als deeltijdhoogleraar Numerical Simulations in Microfluidics verbonden aan de vakgroep Physics of Fluids van UT-onderzoeksinstituut Mesa+. Daarnaast is hij werkzaam als  Associate Professor Mesoscopic Transport Phenomena aan de Technische Universiteit Eindhoven. In 2001 promoveerde Harting aan de universiteit van Oldenburg. Daarna was hij onder meer werkzaam als onderzoeker bij de Queen Mary University of London, University College London en de University of Stuttgart.