3D-geprinte robots leren zichzelf bewegen (video)

Onderzoekers aan de Universiteit van Oslo in Noorwegen ontwikkelen een systeem dat robots kan uitprinten die zichzelf kunnen leren voortbewegen.

Zowel op aarde als in de ruimte wordt autonomie van robots steeds belangrijker. Robots komen allerlei complexe situaties tegen als ze zich op onbekend terrein begeven. En autonomie is nog maar de start. Het doel is het vermogen om te leren en aanpassingsvermogen te bezitten.

Professor Kyrre Glette van de Robotics and Intelligent Systems onderzoeksgroep omschrijft het concept achter het systeem: "In de toekomst moeten robots in staat zijn om taken te verrichten in diepe mijnschachten of op verre planeten, in radioactieve rampgebieden, gevaarlijke lawinegebieden en op de zeebodem bij Antartica. Deze milieus zijn zo extreem dat er geen mensen kunnen overleven. Alles moet automatisch bestuurd worden. Een robot loopt bijvoorbeeld de ruïne van een kerncentrale in en ziet een trap waar niemand rekening mee heeft gehouden. De robot neemt een foto. De foto wordt geanalyseerd. Op de armen van één van de robots zit een [3D-]printer. Deze produceert een nieuwe robot, of een nieuw onderdeel voor de bestaande robot, waarmee de trap overwonnen kan worden."

Spuitschuim

Een paar jaar geleden had de Universiteit van Pennsylvania een soortgelijk idee, waarbij een robot een andere robot bouwde met spuitschuim. Het team uit Oslo gebruikt een erg dure 3D-printer om meer precisie in hun ontwerpen te brengen. Het systeem zal een heleboel verschillende robots kunnen produceren, allemaal met unieke vormen, benen en gewrichten. In de simulatie worden de robots tegen elkaar opgezet in een gevecht tot de ‘dood’ en de winnende robot wordt naar de 3D-printer gestuurd voor productie

Robot-evolutie

De onderzoekers onderkennen dat een simulatie geen vervanger is voor een test onder echte omstandigheden. Het systeem maakt daarom een aantal robots die in een echte omgeving worden getest. Zo deden ze een test met drie robots met vier poten, één met drie poten en één met zes poten. Vervolgens worden de robots losgelaten op een echt hindernisparcours om te zien welke er daadwerkelijk beter presteert. Maar op den duur is het de bedoeling zoveel mogelijk in simulatie of met autonome tests te gaan doen. Zo ontstaan er evolutionaire algoritmes die steeds zorgen dat de volgende generatie robots nog beter is.

bron: IEEE Spectrum