Dat heeft de computer leuk bedacht

Computers lijken wel intelligent, zoals ze inspelen op onze gewoontes en voorkeuren. Maar kunnen ze ook creatief zijn? Iets van waarde maken dat nog niet bestond? Dit vroeg promovendus Stefan Leijnen zich af. Hij promoveert op 3 december aan de Radboud Universiteit. Als een computer doelgerichtheid kan ontwikkelen, is er een begin van creativiteit.

Tijdens zijn studie kunstmatige intelligentie raakte Stefan Leijnen geïnteresseerd in de vraag of computers creatief kunnen zijn. Hij wilde dat graag verder onderzoeken, maar vond in Nederland geen groep of universiteit die zich precies met deze vraag bezig hield. Bij de afdeling Psychologie van de University of British Columbia, Kelowna kon hij terecht voor een deelaspect: het maken van computermodellen om creativiteit beter te begrijpen. Hij maakte er een model, een gesimuleerde samenleving van creatieve individuen, en keek naar de verspreiding en ontwikkeling van nieuwe ideeën.

De rol van imitatie blijkt belangrijk voor het creatieve vernieuwingsproces op maatschappelijk niveau. "Toen mijn begeleider naar Boston vertrok om de psychologie van de creativiteit verder uit te diepen, ging ik met haar mee", vertelt Leijnen, "maar het computerdeel van mijn vraag verdween op de achtergrond. Ik besloot terug te gaan naar Europa en me weer op computers te richten. Ik kon terecht als buitenpromovendus bij Tom Heskes van de Radboud Universiteit, met Terrence Deacon van Berkeley als tweede begeleider."

Kunstmatig leven ontwikkelt doel

"Ik realiseerde me inmiddels dat creativiteit – iets nieuws maken dat waarde heeft, veronderstelt dat je die waarde kunt inschatten, en daarvoor heb je een doel nodig", zegt Leijnen. "Computers zelf zijn doelloos, ze hebben geen eigen wil, ze voeren de wil en dus het doel van een programmeur uit. Zo kwam ik bij de vraag of een kunstmatig systeem überhaupt doelgerichtheid kan ontwikkelen."

Door zelf-organiserende chemische processen zoals kristallisatie na te bootsen met de computer liet Leijnen liet uit eenvoudige deeltjes ("e-moleculen zeg maar") een kunstmatige levensvorm ontstaan. Dit model biedt een blauwdruk voor een creatief systeem dat kunstmatig is, maar niet gebaseerd op de standaard computerarchitectuur, waarbij het doel door de programmeur is bedacht. "Op een gegeven moment gaan de moleculen spontaan capsules maken. Wat als die kapot gaan? Repareren of niet? De capsules die zichzelf repareren blijven op lange termijn over. Het systeem ontwikkelt zelfbehoud – dat is een doel en het begin van creativiteit."

Creatieve programma’s

Hoe denkt hij over het nieuws dat de computer van IBM nieuwe recepten kan bedenken, is dat dan niet creatief? "Creativiteit is ook beoordelen of wat je maakt waarde heeft, toepasbaar is zo je wilt. Of die recepten lekker zijn, kan de computer zelf niet weten, al kan een slimme programmeur hier vast een formule voor bedenken. Zo kunnen dergelijke programma’s op basis van de analyse van je persoonlijke data met goede suggesties kunnen komen. ‘Kijk Stefan, dit is echt een lekker eierrecept voor jou.’ Wanneer je dan bedenkt dat een receptenprogramma nog maar het topje van de ijsberg is (zie bijvoorbeeld dit bericht), dan zie je ook meteen waarom Big Data zo’n grote hype is, en waarom bedrijven als Google en Facebook zoveel waard zijn."

Creativity and Constraint in Artificial Systems

Stefan Leijnen studeerde kunstmatige intelligentie in Utrecht en deed een stage aan de University of Liverpool over emoties in kunstmatige agents. Hij was medeoprichter van het Nederlandse AIBO-team dat meedeed in Robocup worldcup wedstrijden. Zijn masterproject deed hij aan de University of California, Berkeley, onder begeleiding van zijn huidige tweede promotor Terrence Deacon.

Hij begon zijn promotieonderzoek aan de University of British Columbia, Kelowna en werkte daarna aan de Tufts University, Boston. In 2011 zette hij het werk voort bij de Intelligent Systems Group van de Radboud Universiteit. Daarnaast begon hij twee nieuwe bedrijven: Leijnen Technology and AI Labs, en werkt hij als lecturer en onderzoeker bij de afdeling Game Development van de Hogeschool van Amsterdam.