DiTTLab wordt ‘speeltuin’ voor verkeersonderzoek aan de TU Delft

Hoe cool zou het zijn om met een paar muisklikken een bestaand stuk infrastructuur te kunnen verbouwen tot iets nieuws en daar direct mee te kunnen experimenteren met gekoppelde rijsimulatoren? En om die virtuele wereld dan ook te gaan mixen met de werkelijkheid? De TU Delft begint een ‘speeltuin’ waarin zulke scenario’s werkelijkheid moeten worden: DiTTLab – het Delft integrated Traffic & Travel Laboratory. Dat kodigde Hans van Lint aan in zijn intreerede als Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar aan de TU Delft.

"Een speeltuin waarin onderzoekers en studenten vanuit allerlei achtergronden en disciplines hun tanden kunnen zetten in verkeer- en vervoervraagstukken, om tools te ontwikkelen om verkeer beter te kunnen bekijken en onderzoeken. Zo’n speeltuin wil ik de komende jaren gaan bouwen", zo omschrijft Van Lint zijn ambitie met DiTTLab.

Open speeltuin

De backbone die het programma bij elkaar gaat houden is een gezamenlijk DataLab, waarin data en simulatiemodellen samen komen. De lijm tussen die data en de micro- en macromodellen is een geografische beschrijving van de infrastructuur en de bebouwde omgeving.
Het sleutelwoord van het lab is ‘open’ en dat komt op twee plekken terug:

  • open data en open standaarden om die data aan netwerken en aan modellen te kunnen hangen, en
  • open-source multiscale simulatiemodellen (OpenTraffic): iedere onderzoeker/programmeur in het vakgebied kan meedenken en meebouwen aan de simulatiemodellen.

Niet alleen onderzoekers profiteren overigens van uitwisselbaarheid van data en netwerken. Ook adviesbureaus en hun opdrachtgevers – overheden – kunnen hun tijd en geld veel beter besteden dan aan het omzetten van data en netwerkbeschrijvingen van format A in format B.

Antoni van Leeuwenhoekleerstoel

De Antoni van Leeuwenhoekleerstoelen van de TU Delft zijn bedoeld om jonge, excellente wetenschappers vroegtijdig te bevorderen tot hoogleraar zodat zij hun wetenschappelijke carrière maximaal kunnen ontwikkelen.