‘Stokoude’ Delftse nanosatelliet viert vierde verjaardag

Op zaterdag 28 april was de nanosatelliet Delfi-C3 precies vier jaar in de ruimte. De satelliet, ontworpen en gebouwd door studenten van de TU Delft om drie maanden te functioneren, werkt nog steeds.

Delfi-C3 heeft de grootte van een melkpak en is het eerste nanosatelliet-project uit het Delfi-programma van de TU Delft. Het programma geeft studenten de gelegenheid praktijkervaring op te doen, maar de universiteit wil er ook nieuwe technologie mee ontwikkelen. Een kleine satelliet is een relatief goedkoop testplatform voor nieuwe technologie van Nederlandse ruimtevaartbedrijven. Delfi-C3 test bijvoorbeeld dunnefilm-zonnecellen van Dutch Space en autonome draadloze zonnesensoren van TNO.

Leeftijd

Delfi-C3 pionier Jeroen Rotteveel: "Het is geweldig om te zien dat onze satelliet het nog steeds gewoon doet, zeker als je bedenkt dat het een experimentele satelliet is die door studenten is gebouwd. Delfi-C3 heeft in vier jaar ook op de grond heel wat losgemaakt: vanuit dit ene kleine satellietproject, is een compleet nanosatelliet-programma opgezet en is er spin-off bedrijf ontstaan: ISIS."
Rotteveel is een van de directeuren van ISIS, dat zich succesvol richt op het leveren van componenten voor kleine satellieten.

Delfi-n3Xt

De lanceerdatum van de tweede Delftse satelliet uit het Delfi-programma is al bekend: in september 2012 zal een Russische Dnepr-raket de nanosatelliet Delfi n3Xt, samen met tientallen andere kleine satellieten, naar de ruimte brengen. ISIS verzorgt de logistiek rondom de lancering voor de universiteit.

Het belangrijkste verschil van Delfi-n3Xt met voorganger Delfi-C3, is de actieve standregeling. Waar Delfi-C3 nog vrij ‘buitelt’, wordt de oriëntatie van Delfi-n3Xt met een systeem van sensoren zo geregeld dat de zonnepanelen optimaal op de zon gericht zijn, waardoor de satelliet veel efficiënter gebruikt kan worden. Daarnaast test TNO op Delfi-n3Xt een nieuw type motor voor kleine satellieten.

QB50

Na Delfi-n3Xt zal er gewerkt worden aan twee Delftse nanosatellieten die in het QB50-project meevliegen. QB50 is een Europees samenwerkings-missie met vijftig satellieten die verspreid in een baan om de aarde, metingen aan de bovenste laag van de atmosfeer verrichten.

OLFAR

Een andere onderdeel van het nanosatelliet-programma is OLFAR (Orbiting Low Frequency Antenna for Radioastronomy). Dit betreft een plan voor een radiotelescoop gebaseerd op een zwerm van nanosatellieten in een baan om de maan die signalen gaan meten uit de verre ruimte. OLFAR is een van de belangrijke richtpunten voor het huidige onderzoek, waar Delfi-C3 het eerste stapje van was.

http://www.delfispace.nl/