World wide web voor robots

Onder leiding van de Technische Universiteit Eindhoven gaan zes Europese onderzoeksinstellingen een world wide web voor robots ontwikkelen. Robots in de zorg en de industrie kunnen via deze wereldwijde database van elkaars capaciteiten leren en zich zo veel sneller nieuwe handelingen eigen maken.

"In nieuwe omgevingen moeten robots nu nog iedere keer opnieuw het wiel uitvinden", zegt projectleider dr.ir. René van de Molengraft van de faculteit Werktuigbouwkunde van de TU/e. "In project RoboEarth ontwikkelen we een soort world wide web voor robots, waarin zij elke taak en handeling kunnen opslaan die zij hebben geleerd. Hierdoor hoeven andere robots, waar dan ook ter wereld, deze taken zelf niet meer te leren. Daardoor zullen robots zich veel sneller nieuwe handelingen eigen kunnen maken." Het project, dat deze week van start gaat, duurt vier jaar en heeft een budget van 5,6 miljoen euro. Bijna vier miljoen hiervan komt van de Europese Unie.

Zelfstandigheid

Eén van de uitdagingen van de 21ste eeuw is het ontwikkelen van robots die zich in de menselijke wereld kunnen bewegen, en er taken kunnen uitvoeren die nut hebben voor de maatschappij. Hoewel robots er nu al om bekend staan dat ze behoorlijk zelfstandig taken kunnen uitvoeren, valt die zelfstandigheid vaak nog tegen. Elke taak die de robot uitvoert, is van tevoren door mensen geprogrammeerd. Tijdens het uitvoeren ervan is hij volledig afhankelijk van eigen waarnemingen om de taak nog beter uit te voeren. Het vervelendste is dat wanneer de robot dezelfde taak opnieuw moet uitvoeren, maar op een andere plek, hij weer helemaal opnieuw moet beginnen: zich een beeld vormen van hoe de omgeving eruitziet en hoe hij de taak tot een goed einde kan brengen. Er is geen collectief, wereldwijd geheugen waar robots uit kunnen putten.

RoboEarth

Daar komt nu verandering in met het onderzoeksproject RoboEarth. Onder leiding van de TU/e ontwikkelen zes Europese onderzoeksinstellingen een systeem waardoor robots ook taken kunnen uitvoeren die niet gepland waren toen de robot werd gebouwd. Robots halen die nieuwe kennis straks uit een wereldwijde database, RoboEarth geheten, waarin de ervaringen van andere robots zijn opgeslagen. Hierdoor gaan zij van elkaar leren, en kunnen ze zich veel sneller aanpassen aan nieuwe omgevingen, om daar ingewikkelde taken uit te voeren. De robots maken zelf draadloos via internet contact met de database.

Dit betekent dat er een enorme hoeveelheid nuttige informatie beschikbaar komt voor alle robots, zodat ze niet steeds hun vaardigheden opnieuw moeten ontwikkelen. Bedrijven kunnen de kennis in RoboEarth uitbreiden of gebruiken voor heel nieuwe toepassingen. RoboEarth zal innovatie versnellen en dit zal naar verwachting leiden tot een hogere kwaliteit van robottoepassingen.

Drankje

Andere deelnemers aan het project zijn de Universität Stuttgart, de ETH Zürich, de Universidad de Zaragoza, de Technische Universität München en Philips Applied Technologies. Het team gaat zes demo’s maken, die het gebruik van RoboEarth zullen demonstreren; onder andere een robot die in een ziekenhuis de patiënten een drankje kan aanbieden, en een systeem dat zal laten zien hoe de opgedane kennis van robot A de prestaties van robot B aanzienlijk verbetert.